Plangebied Ds Veldhoenlaan te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek

In opdracht van Van Gelder KLM B.V. heeft RAAP in februari en maart 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Ds Veldhoenlaan te Voorburg in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Het onderzoek vond plaats in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Vanwege de ligging van het plangebied op de flank van de strandwal en de ligging ter hoogte van het archeologische Rijksmonument Forum Hadriani en het kanaal van Corbulo, geldt voor de periode neolithicum tot en met de late middeleeuwen een hoge archeologische verwachting. Resten van bewoning uit de nieuwe tijd worden niet verwacht, maar mogelijk wel de resten van de tuinen van de buitenplaats Arentsburgh. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt geadviseerd om de bodemingrepen te beperken tot de verstoorde bovengrond of de locaties waar reeds kabel- en leidingsleuven aanwezig zijn. In het geval van de werkzaamheden in bestaande sleuven van Stedin en Dunea lijkt dit daarom voor veel sleuven goed mogelijk. Voor de nieuw te graven sleuven van Dunea lijkt dit echter niet mogelijk. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen wordt vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een karterende/waarderende fase van een inventariserend veldonderzoek voor de werkzaamheden die buiten de bestaande tracés zijn gepland (met inbegrip van een aantal aansluitleidingen). Gezien de prospectiekenmerken is een onderzoek met behulp van proefsleuven de geëigende methode voor vervolgonderzoek. Op deze manier kunnen niet alleen vondsten, maar sporen en funderingen in het vlak goed in kaart worden gebracht. Vanwege de geringe afmetingen van de ontgravingen, die plaats zullen vinden naast en bij vele kabels en leidingen komt dat in de praktijk neer op een archeologische begeleiding volgens het protocol Opgraven. Voorafgaand aan deze werkzaamheden dient een Programma van Eisen (PvE) voor het archeologische onderzoek te worden opgesteld. In het overige deel van het plangebied, binnen de contouren van de reeds bestaande sleuven van Stedin en Dunea, wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen een passieve archeologische begeleiding aanbevolen. Door voor het gravend personeel een toolbox/instructie te geven, weten zij waarop te letten en wanneer er een archeoloog bij te vragen. Er zou ook voor gekozen kunnen worden om de Archeologische Werkgroep Leidschendam-Voorburg archeologische waarnemingen bij de werkzaamheden uit te laten voeren, zodat eventueel ex situ vondstmateriaal ook gedocumenteerd kan worden. Dit materiaal is namelijk evengoed waarschijnlijk afkomstig uit Forum Hadriani. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS)