Groningen, Sontplein 1 (Gemeente Groningen, Gr.) Een Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O) Verkennende Fase

Plangebied Sontplein 1 ligt op de oostelijke flank van de Hondsrug. Tijdens het neolithicum maakte het deel uit van het stroomdal van de Hunze. Tijdens de bronstijd maakte het deel uit van een uitgestrekt veenmoeras. Daarna ontwikkelde zich er een kwelder als gevolg van de gestegen zeespiegel. Bij eerder onderzoek aan de overzijde van de Sontweg zijn boven in een pakket zeeklei twee vegetatieniveaus vastgesteld. De dichtstbij bekende archeologische waarde is de stadskern van Groningen op tweehonderd meter westelijk van het terrein. Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw maakte het grootste deel van het plangebied deel uit van een ijsbaan. Tijdens de jaren '60 werd het huidige bedrijventerrein aangelegd. Bij het veldonderzoek is op twee plekken pleistoceen zand aangeboord. Uit de vastgestelde hoogtes van -517 en -407 centimeter NAP (665 en 573 centimeter beneden maaiveld) blijkt dat binnen het plangebied een dekzandkop aanwezig is en dat het zand plaatselijk aanzienlijk lager ligt. Op de plek waar het zand hoog ligt heeft zich hierin een podzolbodem gevormd wat erop wijst dat het langdurig droog geweest is tijdens de steentijd waardoor het toen een geschikte vestigingsplek lijkt te zijn geweest voor de mens. De top van het zand werd intact aangetroffen, wat betekent dat eventuele archeologische resten in goede staat kunnen verkeren. Op het zand volgt een laag basisveen en een pakket zeeklei van circa 3,5 meter dikte. De top van het kleipakket is sterk verstoord door afgraving waardoor eventuele archeologische resten bovenin de klei sterk zullen zijn aangetast. Plaatselijk is in het plangebied nog één vegetatieniveau aanwezig. Bij het onderzoek zijn geen archeologische indicatoren waargenomen. Bovenin de klei zijn geen aanwijzingen gevonden voor sterke vertrapping of verhoogde concentraties fosfaten. Aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten op dit niveau zijn er daardoor niet