BAAC-rapport A-17.0228

In opdracht van de Combinatie Mooder Maas heeft BAAC een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P) uitgevoerd in onderzoeksgebied W4 te Wanssum, gemeente Venray. Aanleiding voor dit onderzoek was de voorgenomen gebiedsontwikkeling die langs de Maas tussen Ooijen en Wanssum zal plaatsvinden. Op basis van een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek-plus werd binnen onderzoeksgebied W4 bewoning verwacht uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Het onderzoeksgebied bevindt zich binnen een relatief laag gelegen deel van een terras uit het late Dryas. Tijdens deze periode maakte het gebied deel uit van de dalvlakte van een vlechtend rivierensysteem. Binnen het terras zijn nog tal van restgeulen behorend tot het vlechtende systeem herkenbaar, die in het vroege Holoceen zullen zijn opgevuld met kleiige afzettingen van de Maas die in het Holoceen haar huidige loop ging aannemen. Tijdens het onderzoek werden geen sporen aangetroffen, met uitzondering van twee kleine recente verstoringen, een spoor van natuurlijke aard en een ondiepe kuil waarvan vermoed wordt dat deze ook een natuurlijke oorsprong heeft. Vondsten zijn daarentegen talrijker: er werden in totaal 108 vondsten verzameld, variërend van aardewerk tot bouwkeramiek en natuursteen (waaronder vuursteen). Het vondstmateriaal kent een brede datering vanaf het neolithicum/bronstijd, via de late ijzertijd tot en met de nieuwe tijd en is zonder uitzondering in de 2Cg-horizont aangetroffen: het post-Romeinse oeverdek dat dit gebied tijdens overstromingen heeft afgedekt. Vanwege de grote variatie in datering, alsmede de ligging in een jong overstromingspakket én het gegeven dat er op één mogelijke kuil na, geen sporen werden aangetroffen, is geconcludeerd dat zich binnen onderzoeksgebied W4 geen vindplaats bevindt, wat leidt tot de conclusie dat het terrein niet behoudenswaardig is en vrijgegeven kan worden van nader archeologisch onderzoek