Antea Group Archeologie 2020/99

In mei 2020 heeft Antea Group in opdracht van Rijkswaterstaat een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied ‘T138_01_SN’ te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul. Het onderzoek heeft bestaan uit een archeologisch bureauonderzoek. Een bureauonderzoek is de eerste stap in de AMZ-cyclus (zie bijlage 2). MJPG Rijkswaterstaat(RWS) is voornemens een groot aantal geluidsschermen te realiseren in het hele land. Antea Group werkt in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) aan het “Meerjarenprogramma Geluidsanering” (MJPG). Dit is een programma van maatregelen tegen geluidoverlast van rijkswegen. Binnen het programma MJPG is Nederland opgedeeld in drie verschillende percelen. Antea Group heeft van RWS de opdracht gekregen om de geluid- en conditionerende onderzoeken voor perceel 1 uit te voeren. Tot perceel 1 behoren drie regio’s, namelijk het beheergebied van Rijkswaterstaat Noord-Nederland, Zuid-Nederland en Zee & Delta. Archeologie is één van deze conditionerende onderzoeken en wordt uitgevoerd door Antea Group. Bij aanvang ging het om meer dan 70 locaties. Door middel van een nut- en noodzaakanalyse, uitgevoerd door Antea Group, is het aantal locaties waarvoor archeologisch onderzoek noodzakelijk is, samen met onze opdrachtgever teruggebracht naar 23 concrete locaties. Voor deze 23 locaties dient in eerste instantie een archeologisch bureauonderzoek opgesteld te worden. Het plangebied ligt op een lösswand onderaan een helling of afbraakwand, in zuidelijke richting aflopend naar het dal van de geul. De gemeentelijke beleidskaart heeft aan het plangebied een middelhoge en lage verwachting – deels met kans op bijzondere dataset – toegekend. Het oostelijk uiteinde van het plangebied is aangemerkt als bekende verstoring. T138_01_SN De regio is sinds de steentijd onafgebroken bewoonbaar geweest. In de omgeving zijn vondsten en/of uit de steentijd, (late) bronstijd-vroege ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd aangetroffen. Door de ligging onderaan een helling heeft het plangebied te maken gehad met erosie. Dit is zeker het geval ter plaatse van een droogdal en bergbrikgronden die in het plangebied aanwezig zijn. In een groot deel van het plangebied zal echter minder sprake zijn van erosie maar voornamelijk afgespoelde grond geaccumuleerd zijn tot een dik pakket colluvium. Oudere archeologische niveaus zijn door het colluvium afgedekt. De loopvlakken uit nieuwe tijd en mogelijk late middeleeuwen bevinden zich nabij het maaiveld. Juist uit de nieuwe tijd duidt historisch kaartmateriaal enkel op agrarisch gebruik zonder bewoning ter plaatse. In de jaren ’70 is ten behoeve van de aanleg van de snelweg A79 een cunet aangelegd. Het toenmalige maaiveld is daardoor in onbekende mate verstoord en bovendien is getuige het AHN het opgebrachte cunet circa 2 m hoger dan dit maaiveld. De beoogde ingrepen reiken tot circa 1,5 m onder maaiveld. Eventueel aanwezige archeologische resten blijven daardoor afgedekt onder het cunet en het colluvium. Om die reden adviseert Antea Group om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te laten voeren voor de beoogde ingreep. Het rapport is op 22 maart 2021 beoordeeld door het bevoegd gezag en zij gaan niet akkoord met het advies. Zij achten het niet voldoende aangetoond dat eventuele archeologische resten in de bodem, afgedekt zijn door een (recent) ophoogpakket en door hun diepteligging niet zullen worden verstoord bij de geplande werkzaamheden