Rechten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst: De omgang met ‘historische’ schaarse vergunningen

De rechtsontwikkeling binnen zowel het nationale recht als het Unierecht heeft inmiddels duidelijk gemaakt dat schaarse vergunningen voortaan voor bepaalde tijd moeten worden verleend. Minder duidelijk is hoe moet worden omgegaan met schaarse vergunningen die in het verleden voor onbepaalde tijd zijn verleend. Dit artikel laat zien dat ten aanzien van dergelijke ‘historische’ schaarse vergunningen een beginselplicht tot aantasting kan worden aangenomen om te garanderen dat zittende partijen en nieuwkomers in de toekomst op gelijke voet kunnen meedingen naar schaarse vergunningen. Om deze situatie te realiseren is aantasting van de looptijd zelf een mogelijkheid, maar zeker niet de enige mogelijkheid