Wat is voldoende? Een multiple case study naar de rol van het productief taalvermogen bij de transitie van nieuwkomers naar het regulier onderwijs

Voor kinderen die vanuit het buitenland naar Nederland komen en de Nederlandse taal niet machtig zijn, wordt in het eerste jaar dat zij in Nederland zijn speciaal onderwijs verzorgd in de vorm van nieuwkomersklassen. Er is weinig beleid met betrekking tot de transitie vanuit deze klassen naar het reguliere onderwijs. Dit onderzoek trachtte dit proces van transitie waaraan scholen zelf invulling kunnen geven, te analyseren door het beleid van twee scholen in Rotterdam in kaart te brengen en leerlingen van beide scholen te testen op productieve taalvaardigheid. Het beleid van de scholen verschilde sterk doordat de ene school maar één jaar nieuwkomersonderwijs aanbiedt en een snelle doorstroom prefereert, terwijl de andere school een tweede jaar nieuwkomersonderwijs faciliteert en de leerlingen liever langer in deze klas houdt. Door de schoolresultaten van de leerlingen en hun tijd in het onderwijs te vergelijken met hun resultaten op het gebied van productieve taalvaardigheid, kon het beleid van de twee scholen en de invloed daarvan op de vorderingen van de leerlingen in kaart worden gebracht. De productieve taalvaardigheid is getest met behulp van een narratieve task die vervolgens geanalyseerd is op het gebied van narratief complexe taal, lexical richness en het uitdrukken van emotie. Er is gevonden dat er geen duidelijk verschil in zowel school- als taalproductiviteitsresultaten is tussen leerlingen die een jaar langer in de nieuwkomersklas zitten en leerlingen die na één jaar of minder doorstromen. Dit resultaat leidt tot de conclusie dat een snelle doorstroom aan te bevelen is, zodat leerlingen zo snel mogelijk kunnen integreren in de reguliere klas en aldaar lessen in alle vakken kunnen volgen om zo hun ontwikkeling optimaal te ondersteunen