Het Verband tussen de Kwaliteit van Romantische Relaties, Zelfvertrouwen en Academische Motivatie bij Jongvolwassenen

Achtergrond: Het doel van deze studie was om inzicht te verkrijgen in het mogelijke verband tussen romantische relaties bij jongvolwassenen, zelfvertrouwen, de mate van academische motivatie en of dit gemodereerd wordt door de mate waarin de jongvolwassene het idee heeft zichzelf te kunnen zijn in een romantische relatie. Methode: De populatie van het onderzoek bestond uit mannen (M = 21.47, SD = 2.10) en vrouwen (M = 21.49, SD = 2.04) in de leeftijdscategorie van 18 tot en met 25 jaar op middelbaar-beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) verspreid over heel Nederland. Zij hebben online de Love&Friends-4-Life vragenlijst ingevuld. Om zelfvertrouwen te meten werd gebruik gemaakt van de Rosenberg Self-Esteem Scale (Rosenberg, 1965). Om academische motivatie te meten werd gebruik gemaakt van de School Motivation and Engagement schaal (Csikszentmihalyi & Nakamura, 1989) en om de kwaliteit van de romantische relatie te meten werd gebruik gemaakt van de False Self in Romantic Relationship (Jack & Dill, 1992). In totaal namen N = 301 jongvolwassenen deel aan het onderzoek. Resultaten: Uit de resultaten bleek dat het hebben van een romantische relatie geen effect heeft op zelfvertrouwen en academische motivatie. Falseself was de enige significante voorspeller op zelfvertrouwen: jongvolwassenen met veel zelfvertrouwen hebben vaker het idee dat zij zichzelf kunnen zijn in een romantische relatie dan jongvolwassenen met weinig zelfvertrouwen. Conclusie: huidig onderzoek is een eerste aanzet naar vervolgonderzoek. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de invloed van de romantische partner op zelfvertrouwen en academische motivatie bij jongvolwassenen. Uit huidig onderzoek bleken romantische relaties geen duidelijk voor-of nadelig effect te hebben op zelfvertrouwen en academische motivatie. Mogelijk heeft een romantische relatie meer invloed tijdens de adolescentie wanneer de eigen identiteit nog niet geheel ontwikkeld is. Vervolgonderzoek hiernaar is noodzakelijk om meer te weten te komen over dit interessante onderwerp