Ouderlijke Consciëntieusheid, Opvoedkundige Competentiebeleving en Doelbewuste Controle bij Peuters: Directe en Indirect Relaties

Deze studie richtte zich op de relatie tussen ouderlijke consciëntieusheid en doelbewuste controle bij peuters. Daarnaast werd onderzocht of het verband tussen ouderlijke consciëntieusheid en doelbewuste controle bij peuters deels verklaard wordt door de opvoedkundige competentiebeleving (ocb) van ouders omtrent disciplinering. Dit werd bekeken voor zowel vaders als moeders. Er werd in dit onderzoek gebruik gemaakt van de gegevens van 100 moeders en 61 vaders met een 18 tot 34 maanden oude peuter, waarvan 50 jongens en 51 meisjes. Zij vulden vragenlijsten in voor het meten van consciëntieusheid, ocb omtrent disciplinering en doelbewuste controle. De resultaten lieten zien dat ouderlijke consciëntieusheid niet samenhangt met doelbewuste controle bij peuters. Een grotere mate van ouderlijke consciëntieusheid was wel gerelateerd aan een grotere mate van ouderlijke ocb omtrent disciplinering. Zowel voor vaders als moeders was deze relatie zwak. Daarnaast werd een grotere mate van ocb omtrent disciplinering van ouders in verband gebracht met betere doelbewuste controle vaardigheden bij peuters. Deze relatie was voor zowel vaders als moeders zwak. Ocb omtrent disciplinering van ouders medieerde de relatie tussen ouderlijke consciëntieusheid en doelbewuste controle bij peuters niet. Voor moeders was er wel sprake van een indirect effect, waarbij ouderlijke consciëntieusheid en doelbewuste controle bij peuters samenhingen met ocb omtrent disciplinering van ouders. De sterkte van alle gevonden relaties waren zwak. Ondanks dat ouderlijke consciëntieusheid en doelbewuste controle bij peuters niet direct aan elkaar gerelateerd waren, was er voor moeders wel sprake van een indirect effect