Plangebied Vliegweg 1A te Blaricum, gemeente Blaricum; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

In opdracht van Wolterinck Laren heeft RAAP tussen november 2019 en mei 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Vliegweg 1A te Blaricum in de gemeente Blaricum. Het onderzoek vond plaats in het kader van de verlening van een omgevingsvergunning ten behoeve van de aanleg van een zwembad en een waterpartij in de tuin. Op grond van de onderzoeksresultaten en onder verwijzing naar de doelstellingen, kunnen de volgende uitspraken worden gedaan: Tijdens het booronderzoek is naast een intacte podzolbodem ook een tweetal vuursteenfragmenten aantroffen. Vandaar dat de hoge archeologische verwachting voor de periode vanaf het paleolithicum tot en met de Romeinse tijd kan worden gehandhaafd. De top van deze Pleistocene ondergrond bevindt zich op een diepte vanaf 1,5 m –Mv in boring 1 (3,7 m +NAP), 1 m –Mv in boring 2 (4,15 m +NAP), 0,85 m –Mv in boring 3 (circa 4,3 m +NAP), 1,07 m –Mv in boring 4 (4 m +NAP), 1,2 m –Mv in boring 5 (4,2 m +NAP) en 1,32 m –Mv in boring 6 (3,97 m +NAP). Tijdens het booronderzoek is een intact esdek aangetroffen, met daarin verschillende archeologische indicatoren, zodat de resten uit de periode late middeleeuwen en nieuwe tijd in het esdek lijken te zijn opgenomen. Vandaar dat de archeologische verwachting voor de periode middeleeuwen en nieuwe tijd naar middelhoog kan worden bijgesteld. Op basis van het historisch kaartmateriaal blijkt dat er in de nieuwste tijd tot 1999 geen bewoning in het plangebied heeft plaatsgevonden. Zodoende worden in het plangebied geen resten van bebouwing uit deze periode verwacht. Tijdens het veldonderzoek zijn ook geen aanwijzingen gezien om deze verwachting aan te passen. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen