Transect-rapport 2759: Een Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Oss, Hoogheuvelstraat 118, Gemeente Oss (NB).

In mei 2020 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Hoogheuvelstraat 118 in Oss (gemeente Oss). De aanleiding van het onderzoek is de bouw van een nieuwe bedrijfshal met laad- en losplaats met een oppervlakte van circa 9000 m². Hiervoor is een omgevingsvergunning benodigd. Het onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een bureauonderzoek (BO) en een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O) en geeft voor zover mogelijk antwoord op de volgende vragen: • Hoe heeft het plangebied oorspronkelijk in het natuurlijk landschap gelegen? • Zijn er binnen de bodemopbouw archeologisch relevante bodemniveaus te onderscheiden en hoe diep liggen deze? • In hoeverre zijn de archeologisch relevante bodemniveaus nog intact (verstoring, erosie, afdekkend substraat)? • Wat is de archeologische verwachting van het plangebied en in hoeverre is deze te differentiëren in laag, middelhoog en hoog? In het bestemmingsplan voor het plangebied, ‘Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef – Oss – 2011’ (geraadpleegd via www.ruimtelijkeplannen.nl) heeft het plangebied een archeologische dubbelbestemming ‘Waarde Archeologie’. Conform deze dubbelbestemming moeten ingrepen in de ondergrond groter dan 1000 m² en dieper dan 30 cm -Mv vooraf worden gegaan door een archeologisch onderzoek. Dit betekent dat gezien de omvang van de voorgenomen bodemingrepen archeologisch vooronderzoek nodig is om inzicht te krijgen of en in hoeverre de werkzaamheden van invloed zijn op archeologische resten in het plangebied. Uit het vooronderzoek blijkt dat het plangebied op een dekzandrug ligt. De dekzandrug bevindt zich op de grens met het holocene rivierengebied. Dit maakt het een zeer gunstige locatie voor bewoning, vanwege de nabijheid van water en de hoge en droge ligging. Het booronderzoek heeft uitgewezen dat de top van het dekzand nagenoeg intact is getuige de aanwezigheid van intacte bodemhorizonten. Er geldt daarom een hoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten uit de periode Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Dit wordt in het booronderzoek bevestigd, aangezien een bouwlanddek is aangetroffen met een dikte van 55-70 cm. In het plangebied moet vanaf 55-70 cm -Mv (8,1-8,5 m +NAP) rekening worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische waarden in de top van het dekzand