Transect-rapport 2716: Een inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven, karterende en waarderende fase. Tilburg, Vijfhuizen (ong.), Gemeente Tilburg (NB).

In april 2020 heeft Transect b.v. een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te Tilburg, Vijfhuizen (gemeente Tilburg; figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is het voornemen om twee woningen te bouwen. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 3.000 m2 en is momenteel in gebruik als weiland/grasland. Omdat de plannen nog niet volledig vaststaan, is niet bekend tot welke diepte ontgraven wordt voor de aanleg van de woningen. Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Tilburg heeft het plangebied een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie’. Hierbij zijn bodemingrepen archeologisch onderzoeksplichtig wanneer ze groter zijn dan 100 m2 en dieper dan 60 cm -Mv. Als eerste stap in het archeologisch onderzoeksproces is een bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd (Van der Sande/Rap 2020; Transect-rapport 2450). Hieruit bleek dat het plangebied een hoge verwachting heeft op archeologische waarden uit de periode Neolithicum – Nieuwe Tijd. Archeologische resten uit andere perioden zijn verder niet uit te sluiten. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek, karterende en waarderende fase (KNA 4.1, protocol 4003 Inventariserend veldonderzoek, proefsleuven). Het onderzoek had als doel de archeologische verwachting te toetsen en aan te vullen door het opsporen en het waarderen van eventueel aanwezige archeologische resten. Het onderzoek moest, voor zover mogelijk, inzicht geven in de aard, datering, omvang, gaafheid, conservering van de mogelijk aanwezige archeologische resten. Resultaten Het proefsleuvenonderzoek heeft geen archeologische sporen en/of vondsten opgeleverd. In het plangebied ligt een laarpodzol, die tot in de top van het dekzand is omgezet. De top van het dekzand bestaat uit een C-horizont met gley-verschijnselen. In werkput 1 is weliswaar een grondspoor aangekrast, maar dit blijkt een diergang te betreffen. Het bouwlanddek is inclusief de bouwvoor, circa 60 cm dik. Het onderzoeksgebied lijkt geheel in een dekzandvlakte te liggen. De uit het vooronderzoek verwachte dekzandwelvingen zijn niet aangetroffen. Dit verklaart wellicht ook het ontbreken van archeologische waarden