Transect-rapport 2516: Een Inventariserend Veldonderzoek (verkennende fase). Escharen, Sportpark Kranenhof - fase 4, Kranenhofscheweg 10, Gemeente Grave (NB).

In december 2019 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied in het Sportpark Kranenhof aan de Kranenhofscheweg 10 in Escharen (gemeente Grave). Het plangebied omvat een oppervlakte van circa 9 ha, waarop in de toekomst diverse ontwikkelingen voorgenomen zijn. Onderhavig onderzoek richt zich op fase 4 van deze ontwikkelingen: de bouw van een nieuw kantinegebouw en de aanleg van inritten op een totale oppervlakte van circa 1,5 ha. Het gebied waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd (circa 1,5 ha) wordt in het rapport aangeduid als “onderzoeksgebied”. Om de voorgenomen ontwikkelingen mogelijk te maken is een omgevingsvergunning nodig. Onderhavig archeologisch onderzoek vindt plaats in het kader van de aanvraag van die vergunning. Dit onderzoek geeft waar mogelijk antwoord op de volgende onderzoeksvragen: • Hoe heeft het plangebied oorspronkelijk in het natuurlijk landschap gelegen? • Zijn er binnen de bodemopbouw archeologisch relevante bodemniveaus te onderscheiden en hoe diep liggen deze? • In hoeverre zijn de archeologisch relevante bodemniveaus nog intact (verstoring, erosie, afdekkend substraat)? • Wat is de archeologische verwachting van het plangebied en in hoeverre is deze te differentiëren in laag, middelhoog en hoog? Op grond van de resultaten van het veldonderzoek is de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten zoals deze is opgesteld in het bureauonderzoek door Verboom-Jansen (2019) te handhaven. De natuurlijke ondergrond in het gehele onderzoeksgebied bestaat uit een pakket dekzand waarin sprake is van een intacte bodemopbouw vanaf een diepte van 30-65 cm -Mv (8,76-9,48 m +NAP), bestaande uit een Bh- of BC-horizont, al dan niet met een restant van een oud bouwlanddek. Hiermee is in het onderzoeksgebied sprake van een intact archeologisch relevant niveau, waarin archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen en de Tweede Wereldoorlog kunnen worden aangetroffen. De aan te treffen archeologische resten kunnen bestaan uit zowel vondstconcentraties als verspreidingen van archeologische grondsporen die samenhangen met nederzettingsterreinen, sporen van landgebruik en terreininrichting. Gezien de aantasting van de top van de Bh- en BC-horizonten, is de verwachting dat vondstconcentraties uit het Mesolithicum nog volledig intact zijn echter wel laag. In boringen 1 en 2 is het archeologisch relevante niveau afgedekt door een restant van een oud bouwlanddek