Plangebied Hedera te Bemmel, gemeente Lingewaard: Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht een pleistoceen landschap aan te treffen, afgedekt door laat-holocene fluviatiele oever- en komafzettingen. Het afgedekt pleistocene landschap kan, zeker op zandopduikingen, vindplaatsen herbergen uit de periode paleolithicum – ijzertijd, waarvan de gaafheid hoog zal zijn. In het laat-holoceen maakt het plangebied deel uit van een komgebied. De natte omstandigheden zullen bewoning onaantrekkelijk gemaakt hebben, met uitzondering van de hoogste zandopduikingen. Het booronderzoek heeft laten zien dat zich aan de basis van het waargenomen bodemprofiel pleistocene rivierterrasafzettingen bevinden, afgedekt door pleistocene oeverafzettingen (Laag van Wijchen). In de Laag van Wijchen is op verschillende locaties weinig tot veel houtskool aangetroffen. De spreiding van dit materiaal lijkt te relateren te zijn aan een lage zandopduiking in het pleistocene landschap. De kans is groot dat het houtskool wijst op de aanwezigheid van een vindplaats. De datering van deze vindplaats is moeilijk aan te geven. Het pleistocene landschap is hier pas afgedekt vanaf globaal de ijzertijd. De gaafheid van de potentiële vindplaats zal zeker hoog zijn, aangezien het is afgedekt door een dik pakket oever - en komafzettingen. In het jongste vegetatieniveau is in zeven boringen houtskool aangetroffen. In de spreiding van het materiaal is geen patroon te herkennen, maar omdat op verschillende locaties veel en flinke fragmenten zijn aangetroffen moet rekening gehouden worden met archeologische waarden op dit niveau. Ten slotte is bekend dat er in de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig naast het plangebied is neergestort. Het plangebied is onderzocht op CE, maar nog niet geheel vrijgegeven. Van verstoring is binnen het plangebied nauwelijks sprake. Slechts de bouwvoor van 30 cm tot 50 cm dikte heeft de top van de jongste oeverafzettingen verstoord. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door eventuele bodemingrepen. Daarom wordt geadviseerd om eventuele plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen. Dat kan door de verstoringsdiepte te beperken tot maximaal 70 cm –mv (circa 8,2 m NAP). Voor het pakket hierboven kan de huidige lage archeologische verwachting behouden blijven. Aan het landschap hieronder kan op grond van het booronderzoek een hoge archeologische verwachting worden toekend voor de periode paleolithicum – ijzertijd. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) het plangebied nader te onderzoeken door middel van een proefsleuvenonderzoek