Plangebied Industrieweg te Tiel, gemeente Tiel: Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

In opdracht van de gemeente Tiel heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in mei 2019 een verkennend booronderzoek uitgevoerd ten oosten van de Industrieweg te Tiel. Aanleiding voor het onderzoek is de beoogde verkoop van het terrein, dat ‘archeologievrij’ zal worden opgeleverd. Verwacht werd dat in het plangebied oever - en komafzettingen zouden worden aangetroffen, in tegenstelling tot de gemeentelijke verwachtingskaart waarop ook sprake zou zijn van meandergordelafzettingen van Echteld. Het booronderzoek laat zien dat oeverafzettingen van de Linge zijn afgezet over komafzettingen met daarin ingeschakeld een 1,5 tot 2 m dik oeverpakket dat tot de stroomgordel van Echteld wordt gerekend. Het booronderzoek laat zien dat een dun pakket oeverafzettingen van de Linge is afgezet over komafzettingen. De verstoring van de top van het bodemprofiel reikt tot circa 60 cm –mv. Hoewel hierdoor het potentieel jongste archeologische niveau uit de periode Romeinse tijd – nieuwe tijd zal zijn opgenomen in de bouwvoor/verstoring, zouden eventuele sporen hieronder bewaard kunnen zijn gebleven. Het pakket oeverafzettingen is echter dermate dun en de afstand tot de Linge zelf is zo groot dat de kans op Romeinse sporen erg klein is. Ook voor de middeleeuwen en nieuwe tijd is de kans op sporen zeer gering aangezien het plangebied zich niet op een kansrijke locatie bevindt langs bijvoorbeeld een weg of ontginningsas. De historisch geografische bronnen laten juist zien dat het heel lang midden in een ontginningsblok heeft gelegen. In het pakket komafzettingen onder de oever van de Linge zijn twee vegetatieniveaus aangetroffen. In de jongste daarvan is in boring 1 een spikkel houtskool gevonden. Hoewel sprake is van een verkennend booronderzoek kan de indicator worden geïnterpreteerd als natuurlijk of als ruis van vindplaats in de buurt. De kans op een vindplaats binnen het plangebied is echter laag, omdat beide niveaus duidelijk onder natte omstandigheden zijn gevormd. Hoewel het eronder liggende oeverpakket van de Echteldse stroomgordel volledig bewaard is, zijn geen tekenen van bodemvorming waargenomen in de top ervan. De kans op archeologische waarden op dit niveau is daarom laag. De diepste vegetatieniveaus zijn beide ook onder natte omstandigheden gevormd, er heeft nauwelijks rijping plaatsgevonden. De spikkel houtskool in boring 4 komt uit het jongste niveau van de twee, welke volledig in komafzettingen is gevormd. De indicator is het meest waarschijnlijk als natuurlijk te interpreteren, maar mogelijk ook te zien als ruis van een nabijgelegen vindplaats. Het oudste niveau heeft zich gevormd in de top van een dunne crevasseafzetting. Niveaus op dit niveau kunnen resten en sporen bevatten uit de periode neolithicum – bronstijd. Het ontbreken van indicatoren in de lagen kan het gevolg zijn van het verkennende karakter van dit onderzoek. Vooral omdat vindplaatsen uit deze periode zich vooral kenmerken door een dunne spreiding van vondsten kan niet worden uitgesloten dat zich hier nog enkele losse vondsten of sporen bevinden. De kans er op is echter laag