Schijndelseweg 170 te Boxtel, gemeente Boxtel: Een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

In augustus en september2018 heeft ADC Archeoprojecten een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor de locatie Schijndelseweg 170 te Boxtel, gemeente Boxtel. Aanleiding is de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de nieuwbouw van acht woningen. Uit het bureauonderzoek volgt dat het plangebied op de overgang van dekzandwelvingen naar een dekzandvlakte ligt. In het dekzand hebben zich podzolgronden ontwikkeld en door menselijke invloed (landbouw) is naar verwachting een hoge zwarte enkeerdgrond ontstaan. Door de matig hoge ligging is het gebied mogelijk reeds in gebruik geweest vanaf de Steentijd hoewel de hogergelegen dekzandruggen aantrekkelijkere locaties waren voor bewoning. Gelet op het bodemtype en de redelijk goede ontwatering zal het plangebied geschikt geweest zijn voor de landbouw in verschillende archeologische perioden. Voor de periode IJzertijd – Vroege Middeleeuwen geldt op basis van het bureauonderzoek een matig hoge verwachting. Een oud bouwlanddek kan een conserverende werking hebben gehad op eventueel aanwezige archeologische resten. Aangezien het plangebied langs een historische uitvalsweg ligt (Schijndelseweg), geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Door grondbewerking en de huidige inrichting van het plangebied, waaronder de aanleg en uitbreiding van de huidige bebouwing, alsmede verstoringen die verband houden met de aanleg van nabijgelegen wegen waaronder een autosnelweg, kunnen eventueel aanwezige vindplaatsen zijn verstoord. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Uit het booronderzoek blijkt dat de ondergrond uit dekzand (Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel) bestaat. Boven een diepte van gemiddeld 110 cm –mv komt na een scherpe overgang een bruingrijze laag matig fijn tot matig grof zand voor met een zeer rommelige structuur. In het pakket bevindt zich veel puin waaronder (sub)recent baksteen, grind en cementbrokken. Er is geen spoor meer aanwezig van de oorspronkelijke bodem of een plaggendek. De sterke bodemverstoring en de afwezigheid van een oude (akker)bodem heeft waarschijnlijk vooral te maken met het bouwrijp maken van het terrein ten behoeve van de bebouwing en aanleg van verhardingen in de twintigste eeuw. Het is ook mogelijk dat er vergravingen zijn opgetreden in verband met de aanleg van de nabijgelegen autosnelweg