Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Steenoven te Wijchen

Laagland Archeologie heeft in februari 2020 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Steenoven te Wijchen. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de realisering van een tweetal woningen. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Door middel van een archeologisch bureauonderzoek is de archeologische potentie in kaart gebracht. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een archeologisch verwachtingsmodel. Het verkennende booronderzoek had tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Landschappelijk gezien ligt het plangebied in een Laat-Glaciaal rivierduinencomplex. Onder deze afzetting bevindt zich waarschijnlijk het Wijchen Laagpakket, een zandige en zeer stugge rivierklei die net daarvoor in het Laat-Glaciaal in een riviervlakte is afgezet. Ten noorden ligt een hoger gelegen rivierduincomplex. In het plangebied is waarschijnlijk zowel een enkeerdgrond als poldervaaggrond aanwezig. Landschappelijk gezien is een hoger gelegen rivierduinen in nabijheid van een lager gelegen riviervlakte gunstig om te wonen. Het gebied is mogelijk vanaf het Laat-Glaciaal een gunstige nederzettingslocatie. In de omgeving van het plangebied zijn een aantal archeologische vindplaatsen vanaf de IJzertijd tot en met de Late Middeleeuwen bekend. In historische tijden (vanaf circa 1832) werd het terrein omschreven als bouwland. Vanaf circa. 1920 tot 1970 is er een steenfabriek aanwezig. Hierna is er ook sprake van bebouwing. Uit het booronderzoek blijkt dat er overwegend een onverstoorde bodemopbouw aanwezig is en er oude bouwlanden aanwezig zijn binnen een Laat-Glaciaal rivierduinencomplex. Om die redenen kan de hoge archeologische verwachting worden gehandhaafd. Op basis van de resultaten van het uitgevoerde booronderzoek is er een grote kans dat het plangebied archeologische sporen bevat. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems). Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P). De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Wijchen, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw Ester van der Linden