Archeologisch Bureauonderzoek Sammersweg 1 Fresiakwekerij firma Wülfinghoff

Het gespecificeerde verwachtingsmodel van het bureauonderzoek wijst op een reële mogelijkheid op het aantreffen van archeologische resten vanaf het Neolithicum. Het zijn met name de geologische omstandigheden en de aanwezigheid van bekende vindplaatsen in de omgeving die bijdragen tot deze verwachting. De hoogste verwachting geldt echter voor bewoningssporen uit de Romeinse Tijd en de Nieuwe Tijd. Aangezien de herinrichting van het plangebied substantiële bodemingrepen met zich mee zal brengen, dient rekening gehouden te worden met archeologische resten. Eventueel aanwezige vindplaatsen bevinden zich naar verwachting in de zandige en kleiige afzettingen van de Gantel of in het zandpakket dat zich direct onder de afzettingen van de Gantel bevindt. Dit betekent dat bewoningssporen vanaf het maaiveldniveau of direct onder de huidige bouwvoor (inclusief eventuele ophogingslaag) kunnen worden aangetroffen. Naar verwachting heeft de aanleg van de bestaande bedrijfspanden slechts plaatselijke bodemverstoringen met zich meegebracht en worden derhalve funderingsresten in situ verwacht. Bij de herinrichting zal de bodem geroerd worden op plaatsen waar dit niet eerder of slechts in geringe mate eerder is gebeurd. De voorgenomen herinrichting vormt derhalve een bedreiging voor de eventueel aanwezige archeologische resten. Tot op heden zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om een waardestelling m.b.t. de aanwezige archeologische resten te kunnen doen (het al dan niet behoudenswaardig achten van archeologische resten). Om de aan- of afwezigheid, aard, datering, omvang en kwaliteit van de archeologische resten vast te stellen dient een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) te worden uitgevoerd. Dit onderzoek zal in eerste instantie bestaan uit een booronderzoek, waarbij verspreid over het plangebied tot in de ongestoorde strandwalzanden wordt geboord. Afhankelijk van de resultaten van dit booronderzoek dient eventueel aansluitend een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. Het doel van beide inventariserende veldonderzoeken is het toetsen en aanvullen van het in dit rapport geformuleerde verwachtingsmodel. De sloop van de bestaande bebouwing dient met inachtneming van eventueel aanwezige archeologische waarden te worden uitgevoerd. Na uitvoering van het inventariserend veldonderzoek zal hieromtrent een nader gespecificeerd advies worden geformuleerd