Bureauonderzoek en Karterend Booronderzoek Archeologie Plangebied Bulemansteeg 3 te Lemele Gemeente Ommen

Hamaland Advies heeft in opdracht van BJZ.nu uit Almelo een archeologisch bureauonderzoek en een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd voor de ontwikkeling van het agrarisch plangebied Bulemansteeg 3 in Lemele, gemeente Ommen tot woningbouwlocatie. De totale oppervlakte van het plangebied is ca. 20.250 m2. De locatie bestaat op dit moment uit een manege met paardenweiden. Circa 2.500m2 van het plangebied is momenteel bebouwd. Voor de bouwtitel zal het bestemmingsplan gewijzigd moeten worden. Volgens de gemeentelijke archeologische waardenkaart (Vestigia, 2008) heeft de planlocatie een hoge archeologische verwachting. Het beleid van de gemeente Ommen voor dergelijke gebieden is een onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 2.500 m2 en bij een verstoring dieper dan 50 cm. De ontwikkeling overschrijdt de vrijstellingsgrens en derhalve is het uitvoeren van archeologisch onderzoek noodzakelijk. Het bureauonderzoek bevestigd de hoge archeologische verwachting voor de late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd. De verwachting vanaf het Paleolithicum tot de Middeleeuwen wordt middelmatig geacht doordat het maaiveld in het plangebied 1 tot 2 meter lager ligt dan omgeving. Verstoringen zijn opgetreden, met name op het laatmiddeleeuwse erf ‘Klein Huismink’ en in het noordelijkwestelijk deel van het plangebied door het rooien van bos in de 19e eeuw. In totaal zijn op 7 februari 2014 in eerste instantie 13 verkennende boringen geplaatst met een Edelmanboor met een boordiameter van 7 en 12 cm. De boringen zijn doorgezet tot minimaal 25 cm in de C-horizont. Van de 13 verkennende boringen hadden 5 boringen (4, 6, 7, 11, en 13) een oorspronkelijke bodemopbouw. Het betreft een intacte veldpodzol die afgedekt wordt door een subrecente bouwvoor. De B-horizont gaat op een diepte van circa 60 cm-mv geleidelijk over in het onderliggende dekzand (C-horizont). De overige 8 boringen hadden ofwel een A/C profiel of een verploegde B/C horizont, waarbij de top van het dekzand vermengd was met de inspoelingshorizont. Rondom de 5 intacte boringen zijn 10 karterende boringen gezet om de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen aan te kunnen tonen. Van deze extra boringen hadden slechts 2 boringen (boring 14 en 18) een intact bodemprofiel. Boring 15 en 23 hadden een verploegde B-horizont en de overige boringen (boringen 16, 17, 19 en 20 t/m 22) waren volledig geroerd (A-C profielen). Van alle boringen zijn de afzonderlijke bodemlagen uitgezeefd over een metalen zeef met 7een maaswijdte van 4 mm om relevante archeologische indicatoren op te kunnen sporen. Hierbij zijn geen relevante indicatoren aangetroffen. Selectieadvies Aangezien tijdens het verkennend en karterend booronderzoek is aangetoond dat de bodemopbouw in het merendeel van het plangebied verstoord is en er, ook bij de delen van het plangebied met een intacte bodemopbouw, geen relevante archeologische niveaus of archeologische indicatoren zijn aangetroffen, kan de middelhoge trefkans voor vindplaatsen uit de paleolithicum tot en met de vroege middeleeuwen en de hoge trefkans voor vindplaatsen uit de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd bijgesteld worden naar laag. De kans dat de voorgenomen graafwerkzaamheden een bedreiging vormen voor het archeologisch bodemarchief is verwaarloosbaar. Hamaland Advies adviseert daarom om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren. Selectiebesluit Het rapport en het bovenstaand advies zijn op 12 februari 2014 beoordeeld door de regionaal archeoloog, mw. drs. M. Nieuwenhuis namens de bevoegde overheid (gemeente Ommen). Het rapport is geaccordeerd en het advies wordt overgenomen. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Bij het onverwachts aantreffen van archeologische resten, geldt, op grond van de Monumentenwet 1988, art. 53, een meldingsplicht bij het bevoegd gezag. Dit kan bij de gemeente Ommen (14 0529) of het provinciaal archeologisch depot te Deventer (0570 – 640611)