?s-Hertogenbosch, Nieuwstraat 20-22: Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven

In opdracht van Kaaphoorn bv heeft BAAC een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied Nieuwstraat 20-22-24 te ?s-Hertogenbosch. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van woningen in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden. Het plangebied is gelegen in de binnenstad van ?s-Hertogenbosch, op percelen aan de Nieuwstraat, waarvan de achterterreinen grenzen aan terrein van het voormalige Groot Ziekengasthuis. Een deel van het plangebied is gelegen ter hoogte van een gemeentelijk archeologisch monument; het voormalige Predikherenklooster. Tijdens het archeologisch onderzoek is een proefsleuf aangelegd, haaks op de bestaande bebouwing aan de Nieuwstraat. De bovenste 40 cm binnen het plangebied bestaat uit recent wit ophoogzand. Hieronder bevindt zich een 50 cm dikke ophooglaag uit de 19e eeuw. Dieper gelegen lagen en sporen dateren uit de 18e eeuw of eerder. Ter hoogte van het gemeentelijk archeologisch monument werd een grote kuil met mortelresten aangetroffen. De vulling van de kuil wijst op een datering in de tweede helft van de 18e eeuw. De kuil doorsnijdt enkele lagen daterend voor of in de 18e eeuw. In het uiterste westen van de sleuf, buiten het gemeentelijk archeologisch monument, werd een muur gevonden die gedateerd kan worden in de periode van de late middeleeuwen tot in de 17e eeuw. In de 17e eeuw of later is de muur vervangen. De ligging en richting van beide muren komt overeen met een oude perceelsgrens. Misschien vormt het muurwerk de grens tussen het Gasthuisterrein en het Predikherenklooster en gaat het om een tuinmuur. Het muurwerk kan echter ook toebehoren aan bebouwing. Voorafgaand aan de definitieve bouwaanvraag voor nieuwbouw op het perceel diende archeologisch onderzocht te worden of het verlagen van het achterterrein van Nieuwstraat 20-22 tot een diepte van 1,20 m -maaiveld mogelijk zou zijn zonder delen van het archeologisch monument te verstoren. Binnen het gemeentelijk archeologisch monument zijn tot een niveau van 1,30/1,60 m -maaiveld geen muren of andere archeologische sporen gevonden die gerelateerd kunnen worden aan het Predikherenklooster. De aangetroffen sporen zijn echter wel aanleiding om te spreken van een behoudenswaardige vindplaats. Het advies van BAAC is dan ook om vindplaats 1 te beschermen middels behoud in situ en indien dit niet mogelijk is door behoud ex situ door middel van een opgraving