Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven Waterberging Kloosterweg/Grensstraat Nispen (gemeente Roosendaal): Antea Group Archeologie 2019/22

In januari 2019 heeft Antea Group een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd voor een waterberging ter hoogte van de Grensstraat / Kloosterweg te Nispen. Eerder is door Antea Group in opdracht van het Waterschap Brabantse Delta een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied. Het advies luidde om verkennende boringen uit te voeren om te bepalen in hoeverre de bodemopbouw intact is. De (adviseur van ) bevoegde overheid heeft geadviseerd om deze stap niet uit te voeren maar direct door te pakken naar een gravende veldtoets, in deze een archeologisch proefsleuvenonderzoek. Voorafgaand aan het uitvoeren van het proefsleuvenonderzoek is een PvE opgesteld dat is goedgekeurd door de bevoegde overheid. De vier proefsleuven zijn aangelegd met een graafmachine met gladde bak en waar nodig handmatig opgeschaafd. Vervolgens is het vlak gefotografeerd en zijn de werkputten, de sporen, de NAP-waardes en de profielen met een fixed GPS (TOPCON Hiper) ingemeten. De bodemprofielen zijn handmatig afgestoken, vervolgens gefotografeerd en getekend. Sporen die in het vlak als potentieel oud beoordeeld zijn, zijn gecoupeerd. Daarnaast is een deel van de sporen die zich met scherpe contouren als modern lieten interpreteren eveneens gecoupeerd om te bepalen of deze interpretatie terecht was. Resultaten Het oostelijk deel van het terrein kent een AC-profiel. Binnen het plangebied meer naar het westen toe wordt de A-horizont dikker en is er sprake van een restant van de E- horizont van een (veld) podzol op de B- horizont. Onder deze lagen dan de geleidelijke overgang naar de C-Horizont. De bodemopbouw in het uiterste westen van het perceel lijkt er op te wijzen dat dit deel van het landschap in het verleden lager gelegen en /of natter is geweest. Tijdens het onderzoek zijn 17 spoornummers uitgedeeld. Twee daarvan betreffen greppels, twee losse sporen met een mogelijke datering in de late middeleeuwen en verder een aantal paalsporen die zeer scherp aftekenden en bij het couperen van een deel daarvan ook daadwerkelijk twintigste eeuws bleken. De conclusie is dat er geen archeologische vindplaats is aangetroffen. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek adviseren we het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen bodemingrepen zonder verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit rapport is goedgekeurd door het bevoegd gezag