Transect-rapport 1834: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, IVO Verkennende en Karterende Fase. Borgercompagnie, Borgercompagnie 226, Gemeente Veendam (GR)

In augustus 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Borgercompagnie 226 te Borgercompagnie (gemeente Veendam). De aanleiding van het onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen bouw van een loods voorzien van koelcel op het terrein, waarvoor een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd. In het kader van het plan zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en hiermee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. Om de voorgenomen ontwikkelingen te kunnen laten plaatsvinden, is op grond van het bestemmingsplan Buitengebied Veendam (2018) en de archeologische verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Veendam een archeologisch vooronderzoek nodig. Dit rapport beschrijft de resultaten van het archeologisch vooronderzoek in het plangebied en voorziet in die plicht. Op basis van het archeologische vooronderzoek is een lage verwachting op het aantreffen van intacte archeologische waarden vast te stellen. Deze lage verwachting is gebaseerd op het aantreffen van een sterk geroerde podzolbodem, waarin geen archeologische waarden zijn aangetroffen in aanvullende karterende boringen. Deze roering van de ondergrond, waarschijnlijk door agrarische activiteiten, heeft gezorgd voor een verstoring van de ondergrond tot een diepte van 60-75 cm -Mv. Op basis van de natuurlijke ondergrond valt vast te stellen dat het plangebied waarschijnlijk op een verspoelde dekzandvlakte gelegen is, die vanaf de Bronstijd geleidelijk overveend zal zijn geraakt. Van de ontginning van het veengebied vanaf de 17e eeuw zijn evenmin directe aanwijzingen aangetroffen, behoudens een zeer dun veenrestant. Daarom is de lage verwachting op het aantreffen van archeologische waarden vast te stellen voor alle periodes