Archeologisch onderzoek Burgtenbuurt te Alphen aan den Rijn. Inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen.: SWECO ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 2238

In opdracht van gemeente Alphen aan den Rijn heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch inventarisend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd naar de locatie Burgtenbuurt te Alphen aan den Rijn. De aanleiding voor dit onderzoek is de wens van het bevoegd gezag om de gemeentelijke beleidskaart te toetsen, voorafgaande aan de geplande reconstructie van de buurt Burgtenbuurt. Uit de vooropgestelde QuickScan is gebleken dat het plangebied conform het gemeentelijk archeologiebeleid grotendeels in een zone van lage verwachting in opgehoogd gebied (WA 5a) ligt. Voor een kleine strook in het zuiden van het plangebied geldt een middelhoge archeologische verwachting in opgehoogd gebied (WA 4a). Voor zover bekend, heeft in het plangebied nooit bebouwing gestaan, tot de ontwikkeling van de woonwijk in de jaren ’70 van de 20ste eeuw. Voorafgaand aan die ontwikkeling, is het plangebied circa 0,5 meter opgehoogd. Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bovenste aangetroffen laag uit zwak siltig zand bestaat. Deze laag heeft vrijwel overal een scherpe basis en is gemiddeld 1,6 m dik. De bovenste laag zand kan geïnterpreteerd worden als een aangevoerd, geroerd pakket. Het plangebied bevindt zich niet in een gebied waar een dergelijk pakket van nature wordt afgezet. Vermoedelijk is dit zand gebruikt om het gebied bouwrijp te maken in de 20ste eeuw. Hieronder bevindt zich een laag zwak siltige, overwegend zwak humeuze klei. Het kleipakket kan worden geïnterpreteerd als natuurlijk afgezette komklei. Klei, afgezet in laag gelegen, natte komgebieden, bevat weinig silt. Deze afzettingen zijn afgezet in een mileu die te nat was voor menselijke bewoning of gebruik. Lokaal wordt het zand en klei doorsneden door een 5 tot 15 cm dikke laag veen dat geïnterpreteerd wordt als rietveen. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek aanbevolen. De vooropgestelde archeologische verwachting conform het gemeentelijk archeologiebeleid kan worden gehandhaafd