Hoogeveen, Spoor, Gemeente Hoogeveen (Dr.). Een Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek.: 2018-06/02

In verband met de geplande aanleg van een werkweg en de verplaatsing van een spoorsloot is een archeologisch onderzoek uitgevoerd bij het spoor te Hoogeveen, gemeente Hoogeveen, provincie Drenthe. Voor de spoorsloot zal naar schatting gegraven worden tot een diepte van tenminste twee meter. Dit graafwerk betekent een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het inventariserend onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (protocol 4002) en een veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O; protocol 4003). Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn dertien boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen. Het plantracé voor de aanleg van de werkweg en de spoorsloot ligt op de overgang van hogere zandgronden naar het beekdal van het Oude Diep. Aan de overzijde van het spoor op tachtig meter noordwestelijk van het plantracé zijn bij graafwerk aan het Oude Diep bot, scherven aardewerk uit de bronstijd en bewerkt vuursteen gevonden. Tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw is het spoor aangelegd. Tot die tijd kruiste het Oude Diep het noordwestelijke deel van het plantracé op meerdere plekken. In het dekzand buiten het beekdal zijn geen bodemhorizonten vastgesteld. In de hoogste delen van het tracé zullen die er wel zijn geweest, maar door vergravingen verloren zijn gegaan. Daardoor zullen eventueel aanwezige archeologische grondsporen in het zand zijn aangetast. In de noordwestelijke hoek van de aan te leggen werkweg en in het uiterste westen van de te graven spoorsloot is enkele decimeters vergraven veen aanwezig. In het veen kunnen archeologische resten van bijvoorbeeld visvangst of rituele deposities liggen, maar door de vergraving zullen dergelijke resten eveneens zijn aangetast. Het onderzoek heeft geen archeologische vondsten opgeleverd. Het selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers luidt: 'Aangezien eventuele archeologische resten op het plantracé van de aan te leggen werkweg en spoorsloot zullen zijn aangetast, adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen en het terrein vrij te geven. Wel wijzen wij erop dat als bij het graafwerk ten behoeve van de werkweg en de spoorsloot archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Hoogeveen.