Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. boringen Toegangswegen - Opwaardering 380kV verbinding Diemen-Lelystad (gemeente Lelystad): Antea Group Archeologie 2020/71

auteurs: R. Fens & I. Fleuren rapportvolgnummer: 2020/71 Antea Group projectnummer: 271507 ARCHIS3 4856820100 In een eerder uitgevoerd bureauonderzoek is geconcludeerd dat ter plaatse van verschillende mastlocaties, bouwwegen, lierplaatsen en aanrijroutes verder archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Ter plaatse van de feitelijke mastlocaties 98, 99, 100, 103, 104, 105, 111, 112, 113, 138, 141, 142, 143, 144, 149, 150, 151 (+100 m bouwweg), 152, 153, 154 (+150 m bouwweg), 155a-b heeft dit vervolgonderzoek reeds plaatsgevonden in de vorm van een booronderzoek. Bij dit onderzoek zijn de (huidige) bouwwegen en lierplaatsen echter (veelal) niet onderzocht. Het onderhavige onderzoek heeft betrekking op deze specifieke locaties. Voor het vaststellen van de onderzoekslocaties is gebruik gemaakt van het mastenboek in het definitief ontwerp (DO 200226). Concreet gaat het om de bouwwegen en lierplaatsen behorende bij de mastnummers 98 t/m 100, 111 t/m 113, 141 t/m 144, 149 en 151 (Gemeente Lelystad). Deze locaties hebben een hoge archeologische verwachting en zijn conform het gemeentelijk beleid of regelgeving onderzoeksplichtig. De resultaten van het booronderzoek bevestigen grotendeels de verwachtingen van het bureauonderzoek. Inderdaad bleek het dekzandpakket grotendeels verspoeld te zijn geraakt en is tijdens het booronderzoek een sequentie van de Zuiderzee Laag op de Almere Laag op de Flevomeer Laag aangetroffen. Het onderscheid tussen Almere Laag en Flevomeer Laag is niet overal aanwijsbaar aanwezig. Met dit onderzoek is een goed beeld van de ondergrond in het plangebied verkregen. In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren, oeverafzettingen van kreken of geulen, intact dekzand met bodemvorming of andere archeologisch relevante lagen aangetroffen. Naar aanleiding van het booronderzoek adviseren wij om het plangebied vrij te geven. Een kanttekening wordt geplaatst bij de aanwezigheid van Zuiderzee Laag en Almere Laag binnen de verstoringsdiepte, waarin zich resten scheepswrakken en mogelijk ook vliegtuigwrakken uit WOII kunnen bevinden. Op dergelijke resten kan niet met conventionele methoden geprospecteerd worden. Nader onderzoek is dan ook niet nodig, maar in de uitvoering van het werk moet wel rekening worden gehouden met eventuele toevalsvondsten van deze aard. De gemeente Lelystad, namens deze E.J. Rozema, heeft dit rapport (revisie 00) beoordeeld en akkoord bevonden (d.d. 15/09/2020), waarna de huidige revisie (01) is opgemaakt. Ten aanzien van de kans op de vondst (tijdens het werk) van scheeps- of vliegtuigwrakken verzoekt de gemeente de opdrachtgever om een toevalsvondstenprotocol te laten opstellen