Overakker 6 Mierlo

KSP Archeologie heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase (IVO-(O)verig); booronderzoek) uitgevoerd voor de locatie aan de Overakker 6 in Mierlo (gemeente Geldrop-Mierlo). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een bestemmingsplanwijziging voor de nieuwbouwplannen van een woning. Het doel van het archeologische bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Op basis van de landschappelijke ligging binnen een ten dele verspoelde dekzandvlakte en de archeologische vondstlocaties uit de omgeving is aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor zowel vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum, alsmede voor nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) en ook voor bebouwingsresten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Vervolgens is deze verwachting getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Uit het booronderzoek is gebleken dat het plangebied van oorsprong relatief nat en laag gelegen moet zijn geweest en dat de grond met een humeus dek in één keer is opgehoogd om deze geschikt te maken als landbouwgrond. De oorspronkelijke bodem is waarschijnlijk een beekeerdgrond geweest die vrijwel overal is verdwenen. Er is dus geen sprake van een enkeerdgrond met daaronder eventueel resten van een podzolbodem. Het potentiële archeologische sporenniveau in de top van de C-horizont is vanaf 75-110 cm -mv aangetroffen. Op basis hiervan blijft de lage verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum en de lage verwachting voor nederzettingsresten uit het Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) gehandhaafd. De resultaten van het booronderzoek geven geen aanleiding om de lage verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd bij te stellen. Op grond van de relatief natte en lage ligging van het plangebied binnen een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden, die vermoedelijk onderdeel uitmaakte van het beekdal van de Kasteelse Loop, de grotendeels verstoorde beekeerdgrond in het plangebied en daarmee lage archeologische verwachting adviseert KSP Archeologie geen archeologisch vervolgonderzoek. Het rapport is beoordeeld door het bevoegd gezag (Advies Archeologische monumentenzorg 2020-nr. 35, R. Berkvens). Het advies wordt niet overgenomen. Er wordt een proefsleuvenonderzoek geadviseerd voor het deel van het plangebied met de bestemming wonen