Kijken tussen de kassen: Proefsleuvenonderzoek op het perceel Kleingouw 178 te Andijk, gemeente Medemblik

In de maand juli van 2018 is door Archeologie West-Friesland een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het perceel Kleingouw 178 te Andijk, gemeente Medemblik. De aanleiding voor het onderzoek vormde de planontwikkeling voor de bouw van vijf nieuwe woningen op het perceel. Het onderzochte plangebied bevindt zich langs de rand van het Meer van Wervershoof. Voor deze zone geldt een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Vroege Middeleeuwen. Tevens gold voor het noordoostelijke deel van het plangebied een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Nieuwe Tijd, aangezien dit het achterterrein van een stolpboerderij betrof. De bodemopbouw bestond uit een veenpakket met daar bovenop enkele lagen van een meerwalafzetting, een pakket kiekklei en een ophogingspakket. De aanwezigheid van de meerwalafzettingen en de kiekklei wijzen erop dat het plangebied zich aan de rand van het Meer van Wervershoof bevindt. Aan de westzijde van het plangebied werden koeienpootafdrukken aangetroffen. Op basis van de diepteligging van de sporen betreft het hoogstwaarschijnlijk resten uit de prehistorie. Op het veen werd een stuk hout aangetroffen. Het bleek niet mogelijk om vast te stellen of het een tak betrof of een door mensen bewerkte en neergelegde balk. In de top van de meerwalafzetting werd één klein rond spoor aangetroffen. Ook was de meerwalafzetting aan de noordoostzijde van het plangebied vrij rommelig in plaats van gelaagd. Dit toont aan dat het gebied in ieder geval extensief werd gebruikt in de Middeleeuwen. In de top van de kiekklei werden langwerpige sporen aangetroffen met daarin vondsten uit de 18de en 19de eeuw. Sporen van waterputten, waterkelders of afvalkuilen die bij de stolpboerderij horen, zijn binnen het plangebied niet aangetroffen. Wel werd de westelijke erfgrens van het stolpterrein gevonden in de vorm van een sloot. Op basis van de beperkte hoeveelheid sporen en vondsten is voorgesteld het plangebied vrij te geven. Nader archeologisch onderzoek hoeft zodoende niet plaats te vinden