Plangebied Brede School te Oostwold, gemeente Scheemda, archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

De bodemopbouw in het plangebied bestaat uit een bouwvoor, vaak op een verstoorde laag, met daaronder veen op dekzand of direct dekzand. Binnen het plangebied bevindt zich een restant van een, met de aanleg van het Oldambtmeer, vergraven dekzandrug. Hier is een vindplaats uit de Steentijd aanwezig. In de top van het dekzand bevindt zich een podzolbodem met in de E-horizont houtskool en vuurstenen artefacten. Met name ten zuidwesten van de vindplaats is de bodem verstoord, waardoor de hier eventueel aanwezige archeologische vondstlaag (E-horizont) is verdwenen. Dieper ingegraven grondsporen kunnen hier nog wel aanwezig zijn. Ten noorden van de vindplaats bevindt zich een natte laagte. In de boringen in dit gedeelte van het plangebied is veelal een restant van het veen aanwezig met daaronder dekzand. In het veen en in de top van het dekzand worden archeologisch overblijfselen (nederzettingsafval) verwacht. Eventuele organische resten kunnen hier bewaard zijn gebleven. Aanbevelingen De vindplaats wordt behoudenswaardig geacht. Aanbevolen wordt om, door middel van planaanpassing, de vindplaats te ontzien. De archeologische vondstlaag (E-horizont) licht dicht aan het maaiveld. Ter plaatse van de vindplaats dienen geen bodemingrepen te worden uitgevoerd. In de natte randzone ten noorden van de vindplaats kunnen in het veen en in de top van het dekzand archeologische overblijfselen worden verwacht. Aanbevolen wordt om een zone van ca. 15 m breed ook te ontzien. Indien de vindplaats niet ontzien kan worden, wordt gravend archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen (archeologische begeleiding en/of proefsleuven). De te hanteren onderzoeksmethode dient bepaald te worden in overleg met Libau Steunpunt. Gravend archeologisch onderzoek dient uitgevoerd te worden op basis van een door het bevoegd gezag (gemeente) goedgekeurd Programma van Eisen (PvE)