Bureauonderzoek en Verkennend Booronderzoek Archeologie Plangebied ‘Dorpskern Braamt’ te Braamt, gemeente Montferland

Hamaland Advies heeft in opdracht van Buro Ontwerp & Omgeving een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend booronderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in verband met de ontwikkeling van plan ‘Dorpskern Braamt’. De locatie is gelegen aan de Langestraat in Braamt. (zie Afbeelding 1). Het betreft bodemverstoringen bij (zie bijlage 1): - aanbouw van de MFA van 1,00 m-mv - de bouw van een nieuwe vrijstaande woning met tuinhuis en tuinverbetering van 1,00 m-mv - het ontgraven van gazon voor het aanbrengen van verharding van 0,35 m-mv - nieuwe bestrating van 0,70m-mv De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 3.210 m². De bodemingrepen veroorzaken bodemverstoringen van 0,35 m-mv en 1,00 m-mv. Bureauonderzoek De bodem van het plangebied is door de fundering van bebouwing die in het oostelijk deel van 1931- 1978 aanwezig was, door de inrichting van het gebied en door agrarische bewerking van grond mogelijk verstoord geraakt. De diepte is echter onbekend. De geplande verstoringdiepte voor de nieuwe ontwikkelingen in het plangebied bedragen 0,35 - 1,00 m-mv. Dit is meer dan de mogelijk reeds bestaande verstoringsdiepte. De geplande bodemingrepen reiken tot in de top van het aanwezige dekzand, waar mogelijk sporen van bewoning vanaf het Laat Paleolithicum tot in de Nieuwe Tijd aanwezig kunnen zijn. Om de verwachting te kunnen toetsen heeft Hamaland Advies een verkennend booronderzoek uitgevoerd conform de BRL 4003. Voorafgaand aan het booronderzoek is een Plan van Aanpak opgesteld. Veldonderzoek Uit het booronderzoek blijkt dat er binnen het plangebied geen intact bodemprofiel meer aanwezig is. De bodem is verstoord tot maximaal 80 cm-mv en minimaal 40 cm-mv. In alle boringen behalve in boring 3 en 7 gaat de bouwvoor scherp over in de C-horizont. In de bouwvoor bevinden zich veel kiezels, betonen baksteenpuin. Bij boringen 3 en 7 bevindt zich onder de bouwvoor een A/C-horizont. In de subrecente bovenlaag zijn klontjes, roodbruin, verkit zand aangetroffen die erop duiden dat van nature sprake was van een (veld)podzol, die door ploegen- en of graafwerkzaamheden vermengd is met de bovengrond. Selectieadvies De kans dat met de geplande bodemingrepen behoudenswaardige archeologische resten verloren gaan, wordt nihil geacht. Hamaland Advies acht vervolgonderzoek daarom niet noodzakelijk en adviseert om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkelingen. Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het aantreffen dan wel vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Selectiebesluit Het conceptrapport is op 29 juni 2020 beoordeeld door het bevoegd gezag mw. ing. A. Zonneveld van de gemeente Montferland. Het rapport is akkoord bevonden, het selectieadvies is overgenomen en het plangebied kan worden vrijgegeven. Vanuit archeologisch oogpunt kunnen de geplande werkzaamheden doorgang vinden want de kans dat door de voorgenomen bodemingrepen intacte vindplaatsen verloren gaan is nihil. Archeologisch vervolgonderzoek is daarom niet noodzakelijk. Mw. A. Zonneveld adviseert de gemeente Montferland om met dit advies in te stemmen. Voorbehoud Verder dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (artikel 5.10 en 5.11 van de Erfgoedwet) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister’. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Ook wordt geadviseerd om de verantwoordelijk ambtenaar voor de gemeente Montferland (mevrouw A. Zonneveld) hierover direct te informeren