Plangebied rijhal Donia State, gemeente Littenseradiel. Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

In het plangebied is aan de westen noordzijde van een te bouwen rijhal de randzone van een terp aangetroffen. De laagopbouw in het plangebied bestaat uit een bouwvoor met daaronder een verstoorde terplaag, een ‘schone’ kleilaag, een intacte terplaag en getijdeafzettingen. In en onder de terplaag kan een groot aantal grondsporen (paalgaten, greppels, waterputten, afvalkuilen) voorkomen. De terplaag bevat weinig vondstmateriaal. Het aangetroffen aardewerk is verweerd en niet dateerbaar. Op basis van de aanwezigheid van bouwpuin in de terplaag is de terp te dateren in de late Middeleeuwen. Hoewel geen onverbrande plantaardige of dierlijke resten zijn aangetroffen, zijn de conserveringsomstandigheden daarvoor naar alle waarschijnlijkheid goed, door inbedding in klei. De terplaag is onder de ‘schone’ kleilaag goed bewaard gebleven. De kwaliteit is hoog. Aanbevelingen Tijdens onderhavig onderzoek is vastgesteld dat de vindplaats in het plangebied archeologisch waardevol is en dat behoud dient te worden nagestreefd. De verstoring die ontstaat door het graven van gaten voor de poeren is maximaal 1 bij 1 m en 0,6 m diep per poer. In de boringen 2 (0,4 m -Mv), 9 (0,5 m -Mv) en 10 (0,3 m -Mv) wordt de intacte terplaag door de aanleg van de poeren respectievelijk ca. 0,2 m; ca. 0,1 m en ca. 0,3 m vergraven (zie bijlage 1 boorbeschrijvingen en tabel 2). In de resterende boringen met terplaag ( boringen 3 t/m 8) is de verstoring niet dieper dan tot in de ‘schone’ kleilaag, boven de intacte terplaag. De verstoringen in de intacte terplaag zijn dus minimaal. Daarom wordt in het plangebied dan ook geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen als deze bouwwijze wordt gevolgd. Aangaande deze aanbeveling wordt geadviseerd contact op te nemen met de desbetreffende bevoegde overheid, die het uiteindelijke besluit neemt