Plangebied Calandstraat 41 (Amstelwijck), gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

In opdracht van BMG Vastgoed BV heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 29 en 30 augustus 2007 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met de geplande bouw van een bedrijfshal en parkeerplaatsen aan de Calandstraat 41 in de gemeente Dordrecht. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Doel van het bureau- onderzoek was het verwerven van informatie over bekende en verwachte Archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel van het karterend booronderzoek was het toetsen van die archeologische verwachting en, indien mogelijk, een eerste indruk geven van de kwaliteit (gaafheid en conser- vering), aard, datering, omvang en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Ten behoeve van het archeologisch onderzoek is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld (Hoevenberg en Spanjer, 2007), waarin de volgende vragen zijn geformuleerd: - Zijn er sporen van antropogeen gebruik en bewoning van de locatie? - Zo ja, wat is dan de aard, datering omvang en verspreiding van deze sporen? - Zijn er sporen van stroomgeulen en oeverwallen aanwezig? - Zo ja, wat is hun datering? - Op welk moment is de geul, zijn de geulen niet meer watervoerend? - Komt de locatie van de stroomgeulen/beddingafzettingen overeen met be- staande kaarten? Het is uit voorgaand onderzoek duidelijk dat de plaats van de geul, of zelfs meerdere geulen van de Oude Maas en/of de Dubbel niet overeenkomt met het bestaande kaartmateriaal. - Bevindt zich antropogeen materiaal in de afzettingen van de Dubbel en/of de Oude Maas? - Zijn er antropogene ophogingen aanwezig? - Zo ja, wat is hun datering? - Is de top van het veen veraard? - In welke mate is er klei aanwezig in de top van het veen die kan worden gedateerd vóór 1421? - Zijn er sporen aanwezig van de Sint-Elisabethsvloed en/of is hier sprake van Merwede-afzettingen? - In welke mate zijn de beddingafzettingen en oeverafzettingen door erosie aangetast? - In welke mate is het terrein verstoord door eerder gebruik? - Tot welke diepte is een dergelijke verstoring aanwezig