Bureauonderzoek en Verkennend Booronderzoek Archeologie Plangebied Laag Boskoop 2 te Boskoop, Gemeente Alphen aan den Rijn

Hamaland Advies heeft in opdracht van dhr. H. Plesman en mw. M. Duinisveld een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied Laag Boskoop 2 te Boskoop in de gemeente Alphen aan den Rijn. De aanleiding voor het onderzoek is de uitbouw van de bestaande bebouwing. De totale oppervlakte van het plangebied bedraagt 160 m2. De verstoringsdiepte is nog niet bekend, maar zal zeker 80 cm-mv bedragen (vorstvrij funderen). Het plangebied heeft op de archeologische verwachtingskaart van Atlas Omgevingsdienst Midden-Nederland een hoge archeologische verwachting (WA3). Archeologische onderzoek is noodzakelijk bij bodemingrepen dieper dan 30 cm-mv en bij plangebieden groter dan 100 m². Wegens het overschrijden van de vrijstellingsgrens is een KNA conform bureauonderzoek (SIKB BRL protocol 4002) en een verkennend booronderzoek (SIKB BRL protocol 4003) uitgevoerd. De verzamelde gegevens tijdens het bureauonderzoek duiden erop dat het plangebied gevestigd is in een dynamisch landschap. Binnen het plangebied wordt op een diepte vanaf minimaal 7,4 m-mv dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden) verwacht. Archeologische waarden van voor het midden-Neolithicum kan in de top van dit dekzand aanwezig zijn (middelhoge archeologische verwachting), maar het dekzand ligt buiten het bereik van de toekomstige bodemverstoring. In de buurt van het plangebied heeft de Oude Rijn (4450 BP-1729 BP) gestroomd die klei heeft afgezet binnen het plangebied. Gedurende de actieve fase van de rivier is het onwaarschijnlijk dat er sprake kan zijn geweest van langdurige bewoning (lage archeologische verwachting). Na het in onbruik raken van de rivier is veen (bosveen) gaan groeien. Gedurende de Romeinse tijd kan dit veen zijn bewoond, mits de top van het veen veraard is (middelhoge archeologische verwachting). Op historisch kaartmateriaal is waar te nemen dat het plangebied in gebruik was als boomkwekerij tot aan de bouw van het huidige woonhuis in 1950. Archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd worden binnen het plangebied dan ook niet verwacht (lage archeologische verwachting). Het veen heeft zich in de omgeving van het plangebied ontwikkeld tot een kopveengrond, welke op basis van uitgevoerde boringen in de buurt van het plangebied niet geheel ontgonnen lijkt te zijn. Eventueel aanwezige archeologische waarden lijken op basis van de resultaten van het bureauonderzoek nog in potentie in situ in de bodem aanwezig te kunnen zijn. Uit de resultaten van het verkennend booronderzoek blijkt dat binnen het plangebied sprake is van grotendeels intacte bodemprofielen. De verwachtte bodemopbouw komt overeen met de verwachting uit het bureauonderzoek. Onder een subrecente ophoging is sprake van koopveengronden met een subrecent toemaakdek dat vermoedelijk niet veel ouder is dan de 20e eeuw. In boring 1 zijn geulafzettingen aangetroffen van de Oude Rijn. Uit het bureauonderzoek bleek dat deze mogelijk aanwezig konden zijn, omdat het plangebied zich in de nabijheid van de stroomgordel van de Oude Rijn bevindt. De middelhoge verwachting op vindplaatsen uit de periode van de Romeinse Tijd en de Vroege Middeleeuwen is niet bevestigd met het onderzoek. De lage verwachting voor de periode van de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd is wel bevestigd met het onderzoek