Transect-rapport 2738: Archeologische Bureauonderzoek. Noordeloos, Noordzijde 24. Gemeente Molenlanden (ZH).

In mei 2020 is een archeologisch bureauonderzoek (BO) uitgevoerd in een aan de Noordzijde 24 in Noordeloos (gemeente Molenlanden). De aanleiding van het onderzoek is het voornemen een nieuwe schuur te bouwen in het plangebied, met een oppervlakte van circa 1000 m². Voor de voorgenomen nieuwbouw is een omgevingsvergunning vereist. Vanuit het bestemmingsplan ‘Noordzijde 24 Noordeloos (2013)’ geldt binnen het plangebied een dubbelbestemming archeologie 2. Dit betekent dat voor ingrepen in het plangebied groter dan 100 m² en dieper dan 30 cm -Mv een archeologische onderzoeksplicht hebben. Met de voorgenomen ingrepen worden deze planregels overschreden waardoor archeologisch vooronderzoek in het kader van de ruimtelijke procedure noodzakelijk is. Het archeologisch vooronderzoek bestaat hier uit een Archeologisch Bureauonderzoek (BO) Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is het specificeren van de archeologische verwachting, dat wil zeggen het aan de hand van beschikbare en nieuwe informatie over de archeologie, cultuurhistorie, geomorfologie, bodemkunde en grondgebruik, bepalen van de kans dat binnen het plangebied archeologische resten kunnen voorkomen. Op basis van het bureauonderzoek heeft het plangebied een middelhoge tot hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit het Laat-Mesolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Deze verwachting is als volgt opgebouwd: • Er is sprake van een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit het Laat-Mesolithicum en het Vroeg Neolithicum. Deze verwachting is gebaseerd op de mogelijke aanwezigheid van oeverafzettingen van de Nieuwland-stroomgordel in de ondergrond. Het is niet bekend op welke diepte deze afzettingen aanwezig kunnen zijn. • Er is sprake van een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Deze verwachting is gebaseerd op de aanwezigheid van één of meerdere crevasses vanuit de Schoonrewoerd stroomgordel. Op de crevasses kunnen archeologische waarden uit de periode Neolithicum-Middeleeuwen aanwezig zijn. In de nabijheid van het plangebied zijn nog geen vindplaatsen bekend op de Schoonrewoerd-stroomgordel, maar zijn wel intacte afzettingen aangetroffen. De top van de oeverafzettingen van de Schoonrewoerd wordt rond 0,5-1,0 m -Mv verwacht (-1,0 tot -1,5 m NAP). • Direct op de stroomgordelafzettingen zijn ophooglagen aan te treffen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd, waarin sporen en vondsten aan te treffen zijn samenhangend met erfinrichting en landgebruik. Er worden geen funderingsresten verwacht, aangezien de bebouwing zich over het algemeen dichter bij het ontginningslint, ten zuiden van het plangebied zal bevinden. De bovenste 30 cm van deze ophooglagen is naar verwachting verstoord geraakt bij de bouw van de reeds gesloopte schuur