Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. verkennende boringen

Op basis van het in 2007 door het ADC uitgevoerde bureauonderzoek is geadviseerd tot het uitvoeren van een verkennend booronderzoek voor de gebieden met een middelhoge en hoge verwachting. De gemeente heeft aangegeven dat ook de zones binnen Tracédeel A waarvoor ADC vrijgave heeft gepland onderzocht dienen te worden. Hoge verwachting Waar het tracé op geulafzettingen loopt, geldt een hoge archeologische verwachting. Binnen deze zone kunnen archeologische resten voorkomen op drie mogelijke niveaus. Resten uit de late ijzertijd worden in de top van de geulafzettingen van de Hoekpolder-fase verwacht, op ca. 2 m – mv. Resten uit de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen kunnen voorkomen in de top van de afzettingen van de Gantel, op ca. 1 m –mv. Resten van na de 12e eeuw kunnen verwacht worden vanaf het maaiveld. Middelhoge verwachting Een middelhoge verwachting geldt voor de zones waar overwegend dekafzettingen verwacht worden. Theoretisch kunnen hier resten voorkomen uit de ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd. Tijdens deze perioden werd echter vooral op de geulafzettingen gewoond, waardoor de kans op archeologische resten op de dekafzettingen aanzienlijk kleiner is. Veldonderzoek Het uitgevoerde onderzoek betreft een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase. Een verkennend onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van eventuele verstoringen in de bodem, het verkrijgen van enig inzicht in de bodemopbouw van het gebied en aldus het in kaart brengen van kansrijke en kansarme zones wat betreft archeologie. In totaal zijn er handmatig 36 verkennende boringen gezet met een 7/10 cm edelman en een 4 cm guts. Binnen het plangebied zijn (plaatselijk) oever-, geul- en dekafzettingen aanwezig die gerekend kunnen worden tot de Hoekpolder-fase en/of de Gantel-laag. Op deze dunne zandige afzettingen zijn nergens oude loopvlakken (anders dan plaatselijk de (sub)recente bouwvoor), vegetatielagen, archeologische lagen of archeologische indicatoren aangetroffen. De afwezigheid van archeologische indicatoren kan in het kader van het verkennende onderzoek niet worden beschouwd als indicatie voor de afwezigheid van een archeologische. Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd om het thans onderzochte deel van het plangebied voor wat betreft archeologie vrij te geven. De implementatie van de bovenstaande aanbevelingen is afhankelijk van het oordeel van de bevoegde overheid, in deze de gemeente Westland. Deze dient een selectiebesluit te nemen. De onderhavige rapportage is nog niet beoordeeld door de bevoegde overheid