Antea Group Archeologie 2017/163

In november 2017 heeft Antea Group een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het bedrijventerrein Schellevis Beton B.V. te Dussen. Eerder al is in de periode september-oktober 2016 door Antea Group voor het naastgelegen terrein een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd Het onderzoek uit 2016 besloeg daarbij twee terreinen: een bedrijventerrein aan de Loswal en een terrein aan de Oude Kerkstraat 4. Het nu in 2017 onderzochte terrein ligt ten oosten van het huidige bedrijventerrein, ten zuiden van de Oude Kerkstraat (afbeelding 1). Deze aanvulling op het onderzoek uit 2016 is nodig omdat momenteel de aanleg van retentiebekkens als onderdeel van de herontwikkeling worden voorzien in een uitbreiding van het oorspronkelijke plangebied. Het in 2017 uitgevoerde onderzoek heeft daarmee bestaan uit een actualisatie van het bureauonderzoek van 2016 en een archeologisch booronderzoek, verkennende fase. Het plangebied (2017) ligt op de gemeentelijke archeologische beleidskaart deels in beleidscategorie ‘hoge archeologische verwachting’ en deels in beleidscategorie ‘lage archeologische verwachting’. In de eerstgenoemde categorie dient onderzoek uitgevoerd te worden indien de bodemingrepen een oppervlakte groter dan 100 m2 beslaan en de bodem dieper dan 0,3 m beneden maaiveld zullen verstoren. De oppervlakte van het plangebied aan de Loswal bedraagt circa 5.600 m2 en komt daarmee boven de vrijstellingsgrens uit. Voor de categorie lage archeologische verwachting is geen onderzoek verplicht gesteld. Bureauonderzoek Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten uit de late-ijzertijd tot en met de vroege-middeleeuwen en de nieuwe tijd. Dit is gebaseerd op de datering van de stroomgordel van Hank, waarop het plangebied zich bevindt en de aanwezigheid van historische bebouwing en infrastructuren op de oude kaarten. De aanwezigheid van archeologische resten uit de late-ijzertijd tot en met de vroege- middeleeuwen is echter sterk afhankelijk van het feit of de bodem in het plangebied verstoord is door de Sint Elisabethsvloed, dan wel door de huidige bebouwing. Dit kan niet worden bepaald door een archeologisch bureauonderzoek alleen. Er is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd om de mate van intactheid en diepteligging van eventuele archeologische lagen te bepalen. Booronderzoek De bodem kenmerkt zich door een pakket overstromingsafzettingen die op komafzettingen liggen. Binnen het plangebied zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een (potentieel behoudenswaardige) archeologische vindplaats. De combinatie van deze gegevens leidt ertoe dat Antea Group adviseert de verwachting voor het deelgebieden bij te stellen naar laag en geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren, maar de voorgenomen ontwikkeling toe te staan. Dit betreft een advies, het nemen van een selectiebesluit is voorbehouden aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Werkendam