Wolphaartsdijk Nazareth 59B Wolphaartsdijk Nazareth 59B, Gemeente Goes. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

In opdracht van Bouwbedrijf van Loo heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in juli 2017 een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd binnen het plangebied te Nazareth 59B in Wolphaartsdijk (gemeente Goes). De aanleiding tot het onderzoek betreft het voornemen om de bestaande bedrijfsgebouwen op dit adres uit te breiden met een nieuw te bouwen loods centraal in het plangebied. Op het perceel staat momenteel een schuur die zal gesloopt worden. Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke, archeologische en historische gegevens is in het archeologisch bureauonderzoek een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Er kon samengevat gesteld worden dat voor het plangebied een lage verwachting gold op het aantreffen van vindplaatsen op het pleistocene dekzand (Laagpakket van Wierden) uit het Laat-Paleolithicum en Mesolithicum, vanwege de relatieve diepte waarop dit niveau gelegen is (vanaf ca. 10 m –NAP). Het is echter ook mogelijk dat de dekzandtop door mariene erosie niet meer intact is. Voor de top van het Laagpakket van Wormer gold een lage verwachting voor het Neolithicum; voor de onderzijde van het Hollandveen Laagpakket gold eveneens een lage verwachting voor aantreffen van vindplaatsen uit Bronstijd. Voor beide niveaus (gelegen rond 3,50 m –NAP) geldt dat het toenmalige landschap nat en daarmee ongunstig was voor bewoning. Voor de top van het Hollandveen Laagpakket,hier gelegen rond 3,00 m –NAP, gold een hoge verwachting voor de IJzertijd en de Romeinse Tijd. Hierbij is opgemerkt dat de kans bestond dat het Hollandveen binnen het plangebied niet intact aanwezig is vanwege mariene erosie of moernering (veenontginning). Binnen en op de top van het Laagpakket van Walcheren gold een lage verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de Vroege Middeleeuwen en een middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen. Gezien het ontbreken van cartografische referenties op de aanwezigheid van bebouwing in de omgeving van het plangebied, gold een lage verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de Nieuwe tijd. Tijdens het inventariserend veldonderzoek is het opgestelde verwachtingsmodel middels vijf verkennende boringen (tot maximaal 3,50 m –mv) getoetst. Hierbij dient opgemerkt dat dit veldonderzoek gericht was op het toetsen van de (geologische) verwachting en niet op het opsporen van eventuele vindplaatsen. Het booronderzoek (boring 1 t/m 4) werd binnen het plangebied ernstig belemmerd door puin of verharding in de ondergrond vanaf 0,10 – 0,55 m –mv. Zodoende werd besloten een aanvullende boring te plaatsen direct ten westen van het plangebied (boring 5), om toch een beeld te kunnen krijgen van de natuurlijke bodemopbouw, waar deze nog intact is. De verwachting voor de perioden Laat-Paleolithicum tot en met Mesolithicum (lage verwachting) kon in de boringen niet worden getoetst, vanwege de grote diepteligging van dit niveau (ca. 10 m –NAP). De archeologische verwachting voor dit niveau blijft dan ook onveranderd. De afzettingen van het Laagpakket van Wormer, in boring 5 aangetroffen op 2,89 m –NAP (3,30 m –mv), bestaan uit mariene kleiafzettingen met rietsporen in de top. Dit wijst op een laaggelegen, nat milieu waarin de kans op het aantreffen van bewoningssporen klein is. De verwachting het Neolithicum blijft dan ook laag. Voor het Hollandveen Laagpakket geldt de top van dit niveau (2,19 m –NAP, 2,60 m –mv) niet meer intact is als gevolg van mariene erosie. De archeologische verwachting voor de bovenzijde van het Hollandveen (IJzertijd en Romeinse tijd) komt dan ook te vervallen. Aangezien de onderzijde van het veenpakket nog intact is, blijft de lage verwachting voor de Bronstijd behouden. Boring 1 t/m4 laten zien dat binnen het gehele plangebied waarschijnlijk sprake is van bodemverstoringen door de bouw en sloop van de waterzuiveringsinstallatie en daarna uitgevoerde sanering. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de bovenste lagen van het Laagpakket van Walcheren, die gelet op boring 5 oorspronkelijk vanaf het NAP-peil en dieper aanwezig waren, verstoord. Dit betekent dat de archeologische verwachting voor de Vroege en Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd komt te vervallen