Transect-rapport 1581: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, IVO Karterende Fase. Vorden, Ruurloseweg 117, Gemeente Bronckhorst (GD).

In januari 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Ruurloseweg 117 in Vorden (gemeente Bronckhorst). De aanleiding voor het onderzoek is het voornemen om in het plangebied een nieuwe woning te bouwen. Hiervoor dient allereerst een bestemmingsplanwijziging te worden doorlopen, die de nieuwbouw van een woning in het gebied mogelijk moet maken. In het plangebied is volgens het (nu) vigerende bestemmingsplan echter sprake van een hoge archeologische verwachting. Op grond van dit verwachtingspatroon zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van het uitvoeren van archeologisch onderzoek in het gebied. Aangezien de geplande ingrepen de voorschriften uit het bestemmingsplan overschrijden, betekent dit dat in het kader van bodemingrepen en herontwikkelingen een archeologisch vooronderzoek is vereist. Dit rapport geeft invulling aan deze onderzoeksplicht. Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken: • Landschappelijk gezien ligt het plangebied in een beekoverstromingsvlakte, waarin een zwakke dekzandwelving aanwezig is. • Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de ligging van het plangebied in een landschapsgradiënt, waarbinnen activiteiten vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen kunnen hebben plaatsgevonden. • Specifiek geldt er een hoge verwachting voor nederzettingsresten uit de Late Middeleeuwen- Nieuwe tijd. In het plangebied zijn namelijk in het noordwestelijk deel resten van het oude erf De Boerstee of Boersteede te verwachten, een boerenerf waarvan schriftelijke bronnen het bestaan in ieder geval in de 18e eeuw plaatsen. Resten uit die tijd of van mogelijke voorgangers van het erf zijn zeker niet uit te sluiten. • De resultaten uit het veldonderzoek bevestigen een groot deel van de verwachting uit het bureauonderzoek. In het midden van het plangebied is een dekzandwelving aanwezig, terwijl daaromheen een vlakte ligt. Op de noordwestelijke flank van de welving en in de vlakte zijn daar sporen van nederzettingsactiviteit gevonden uit de Middeleeuwen-Nieuwe tijd in de vorm van een donkergrijze cultuurlaag. Tevens zijn archeologische indicatoren gevonden (aardewerk uit de 15e tot 18e eeuw, bouwpuin en -keramiek en houtskool). • In het zuidwestelijk deel van het terrein zijn geen vondsten gedaan, die wijzen op de aanwezigheid van nederzettingsresten. Hier lag vermoedelijk de kamp van de boerderij. • Er zijn geen vondsten of aanwijzingen waargenomen, die wijzen op de aanwezigheid van nederzettingsresten uit de periode vòòr de Late Middeleeuwen. • De bodem in het plangebied is vanaf een diepte van 30-50 cm –Mv intact. Alleen ter plaatse van de schuur in het westelijk deel van het terrein is de bodem naar verwachting tot een diepte van 80 cm -Mv vergraven. Op basis van gegevens van de pachter is onder de schuur tevens een kelder aanwezig die rond het midden van de 20e eeuw tot een diepte van 150 cm -Mv is ingegraven. Concluderend heeft het plangebied een hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd. Voor de overige archeologische perioden bestaat een lage archeologische verwachting, aangezien hiervoor geen concrete aanwijzingen zijn gevonden