Transect-rapport 1768: Een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase. Oude Kruisweg 33-37, Cruquius, gemeente Haarlemmermeer (NH).

In juni 2018 is een archeologisch bureauonderzoek (BO) en Inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd op de locatie Oude Kruisweg 33-37 in Cruquius (gemeente Haarlemmermeer; figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de wijziging van het bestemmingsplan van het plangebied. Naar verwachting zal de bestaande bedrijfsbebouwing worden gesloopt en zal deze worden vervangen door woningen. Uit het vooronderzoek blijkt dat het plangebied in een kustvlakte ligt. De bodem bestaat uit zandige en klakrijke wadafzettingen. De top van deze afzetting ligt op circa 3,5m -NAP en kan gerekend worden tot de Calais IV (laagpakket van Wormer). Circa 100m westelijk van het plangebied begint de kustbarrière, bestaande uit strandwallen en strandvlaktes met duinafzettingen. De bodem in het plangebied bestaat, voor wat betreft de bovenste meter, uit verstoorde grond en humeus zand, dat verband houdt met de inrichting van de Haarlemmermeerpolder. Hieronder liggen de wadafzettingen van het laagpakket van Wormer. In boring 4 is hierop nog een dun laagje restveen aanwezig. Het archeologisch relevante bodemniveau wordt gevormd door het laagpakket van Wormer, maar omdat deze uit wadafzettingen bestaan, is de kans op archeologische waarden nihil. Uit de boringen blijkt dat er in het plangebied erosie heeft plaats gevonden, waardoor het bovenste deel van het Hollandveen is verslagen. Daarnaast bestaat de bovenste 50cm van de bodem uit recente ophogingen dan wel omgezette grond. De archeologische verwachting is op basis van het booronderzoek laag. Het laagpakket van Wormer bestaat in het plangebied uit wadafzettingen, die indicatief zijn voor overstromingen. Er zijn geen gerijpte kleitrajecten of vegetatiehorizonten, dan wel cultuurlagen herkend. Ook zijn tijdens het booronderzoek geen archeologische indiciatoren aangetroffen, hoewel dit niet het doel van het verkennend booronderzoek was. Conclusie Uit het uitgevoerde archeologisch vooronderzoek blijkt dat het plangebied een lage verwachting heeft op archeologische vondsten en sporen. De ondergrond uit het plangebied bestaat uit wadafzettingen die onbewoonbaar waren. Verder maakte het plangebied deel uit van het Haarlemmermeer, zodat de verwachting op archeologische sporen en vondsten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd laag is. Uit historische kaarten blijkt dat de huidige bewoning van na 1950 dateert