Plangebied Huis in de Duinen te Zandvoort, gemeente Zandvoort; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

In opdracht van Royal HaskoningDHV B.V. heeft RAAP in juli 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Huis in de Duinen te Zandvoort in de gemeente Zandvoort. Op basis van het bureauonderzoek voor het bestemmingsplan Kostverloren, waar het huidige plangebied onderdeel van uitmaakt is een verwachting opgesteld (Burnier, 2014). De bodemopbouw ter hoogte van het plangebied bestaat uit een pakket jonge duinafzettingen met een verwachte dikte van 1,5 tot 2,5 m. Onder deze jonge duinafzettingen, op ca. 2 tot 3 m +NAP (vanaf ca. 1,5 m -Mv) wordt de top van de strandwal verwacht. Binnen het plangebied Kostverloren zijn mogelijk archeologische waarden aanwezig. Voor bijna het hele gebied geldt een hoge verwachting voor archeologische waarden uit de periode vanaf de late prehistorie tot en met de vroege middeleeuwen vanwege de ligging op de strandwal. De resten bevinden zich naar verwachting in of aan de top van de strandwal of indien aanwezig het Oud Duin en onder het aanwezige Jong Duin. Het landschap van de Oude Duinen is blijkens de boorgegevens in de diepere ondergrond van het plangebied aanwezig, maar het ligt beneden de in het Plan van Aanpak vastgelegde maximale boordiepte van 3 m –Mv. Enkel in boring 8, die is doorgezet tot 3,9 m – Mv is Oud Duinzand daadwerkelijk aangetroffen. De top van het Oud Duinzand ligt daar op 3,6 m – Mv (2,08 m +NAP). Het enige wat over dit landschap gesteld kan worden is dat het in het hele plangebied dieper ligt dan 3 m –Mv en gezien de humeuze top in het Oud Duinzand in boring 8 intact is. De hoge verwachting voor archeologische resten uit de periode late prehistorie tot en met de vroege middeleeuwen blijft op grond van deze resultaten bestaan. Vanwege de grote diepteligging zal dit landschap echter niet verstoord worden door de voorgenomen nieuwbouw. De bovenste 3 m van het bodemprofiel bestaat volledig uit Jong Duinzand dat over het hele plangebied tot een aanzienlijke diepte is verstoord. Voorafgaand aan de bouw van de bestaande bebouwing, die getuige een gevelsteen dateert uit 1953, zijn de Jonge Duinen binnen het plangebied afgegraven en is het terrein geëgaliseerd. Archeologische resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd worden daarom niet meer verwacht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden. Het aanwezige Oude Duinlandschap wordt door de grote diepteligging van meer dan 3 m – Mv op natuurlijke wijze beschermd. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht