Transect-rapport 1550: Een Archeologisch Bureauonderzoek (BO) en Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase. Enspijk, Kampsedijk 4 Gemeente Geldermalsen (Gld)

In december 2017 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Kampsedijk 4 in Enspijk (gemeente Geldermalsen). De aanleiding van het onderzoek vormt de voorgenomen sloop van de bestaande bebouwing in het plangebied, waarna een nieuwe woning tot stand zal worden gebracht. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Bij de voorgenomen ingrepen zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. Om de voorgenomen ontwikkelingen te kunnen laten plaatsvinden, is op grond van het bestemmingsplan Enspijk (2009) als onderdeel van de vergunningsaanvraag een archeologisch vooronderzoek nodig. Voor terreinen met ‘waarde-archeologie 1’ geldt dat bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -Mv en een planoppervlak groter dan 10m² archeologisch onderzoek verplicht is. De voorgenomen werkzaamheden overschrijden deze onderzoeksdrempel. Dit rapport beschrijft de resultaten van het archeologisch vooronderzoek in het plangebied en voorziet in die plicht. In het archeologisch vooronderzoek is vastgesteld dat in het plangebied vanaf maaiveld tot een diepte van maximaal 160 cm -Mv sprake is van een aantal antropogene ophogingslagen en een cultuurlaag in de top van de oeverwalafzettingen. In deze ophogingslagen en cultuurlagen zijn fragmenten aardewerk aangetroffen uit de 12e tot en met de 16e eeuw, waarmee sprake is van een hoge verwachting op het aantreffen van intacte archeologische waarden uit de periode Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. Gezien de ligging van het plangebied nabij de historische kern van het dorp Enspijk, de aanwezigheid van een oude woongrond alhier en de vondst van een aantal vroegmiddeleeuwse scherven aan de overzijde van de Linge, is echter niet uit te sluiten dat er oudere waarden in het plangebied zijn aan te treffen. Daarmee kan de hoge verwachting op het aantreffen van archeologische waarden uit de periode Late IJzertijd tot en met de Nieuwe tijd worden gehandhaafd. Deze waarden zullen met name samenhangen met nederzettingsresten en sporen van landgebruik