Transect-rapport 1462: Een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, IVO verkennende fase. Zeist, Sportlaan 5, gemeente Zeist (UT).

In oktober 2017 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Sportlaan 5 in Zeist (gemeente Zeist). De aanleiding voor het onderzoek vormt de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de nieuwbouw van een pluimveestal op dit adres. Bij de voorgenomen ingrepen zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. Om de voorgenomen ontwikkelingen te kunnen laten plaatsvinden is, op grond van het bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest 2018 (2017) als onderdeel van de vergunningsaanvraag, een archeologisch vooronderzoek nodig. Dit rapport beschrijft de resultaten van het archeologisch vooronderzoek in het plangebied en voorziet in die plicht. Op basis van het veldonderzoek is vastgesteld dat het plangebied een lage archeologische verwachting heeft op de aanwezigheid van archeologische resten. Aanwijzingen voor een vindplaats, in de vorm van vondstmateriaal of een cultuurlaag, ontbreken namelijk. Daarbij is, op basis van de bodemopbouw, vastgesteld dat in de periode Vroege- tot Late Middeleeuwen komafzettingen zijn gevormd op grond waarvan kan worden afgeleid dat het plangebied doorgaans een wat lagere landschappelijke ligging heeft gehad. De afzettingen onder de komafzettingen (vanaf een diepte van circa 75-80 cm -Mv) betreffen oudere oever- en restgeulafzettingen van een oudere fase van de Kromme Rijn. De restgeulafzettingen zijn, zoals reeds in het bureauonderzoek is benoemd, niet geschikt geweest voor bewoning. De oeverafzettingen in het oostelijk deel theoretisch gezien wel, maar het ontbreken van rijping en een vegetatiehorizont op die specifieke plekken, maken deze plekken veel minder aantrekkelijk dan de hogere oevers ten zuiden van het plangebied