Plangebied RijswijkBuiten; deelgebied Pasgeld-West, gemeente Rijswijk; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

RYPG In opdracht van de gemeente Rijswijk heeft RAAP tussen oktober en december 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied RijswijkBuiten; deelgebied Pasgeld-West (zuid- en middendeel) in de gemeente Rijswijk. Voorafgaand aan het veldonderzoek bestond (indien Oude Duinen in de diepere ondergrond aanwezig blijken) een hoge verwachting voor vindplaatsen uit het neolithicum(-de bronstijd), een lage verwachting voor de bronstijd-ijzertijd (veraarde top van het veen), een middelhoge tot hoge verwachting voor de late ijzertijd-Romeinse tijd (oevers Gantel), een lage verwachting voor de vroege middeleeuwen en een lage tot middelhoge verwachting voor de late middeleeuwen-nieuwe tijd. Het verkennend booronderzoek heeft tot betere inzichten in de opbouw en dynamiek van de Gantelafzettingen in het plangebied geleid. In combinatie met de inzichten die zijn verkregen tijdens het door de Gemeente Rijswijk uitgevoerde proefsleuvenonderzoek (dat ten tijde van het veldonderzoek nog lopende was) kan hierbij de archeologische verwachting voor oeverafzettingen van de Gantel voor (delen van) het plangebied worden bijgesteld naar laag ( late ijzertijd-Romeinse tijd). De oeverafzettingen in het westelijke deel van het plangebied lijken te zijn afgetopt (door afgraving) of verploegd. Het archeologisch booronderzoek heeft de aanwezigheid van een ophoogpakket uit de nieuwe tijd in de voormalige Plaspoelse Polder aangetoond, maar ondersteund verder de relatief lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de late middeleeuwen-nieuwe tijd. Uit de boringen blijkt dat het Hollandveen in aanzienlijke mate is geërodeerd en(/of) samengedrukt door het gewicht van bovenliggende Gantelafzettingen, hetgeen de lage archeologische verwachting voor de bronstijd tot (midden) ijzertijd ondersteunt. Gedurende het veldonderzoek is er geen Oud Duinzand aangetroffen. Op basis van deze afwezigheid kan de archeologische verwachting voor het neolithicum( -bronstijd) als ‘laag’ worden gekarakteriseerd