Archeologisch Bureauonderzoek

Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke, historische en archeologische gegevens is in het archeologisch bureauonderzoek een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Er kan samengevat gesteld worden dat een lage verwachting geldt voor het aantreffen van vindplaatsen uit de vroege prehistorie (Paleolithicum, Mesolithicum en Vroege/ Midden-Neolithicum). Deze kunnen worden verwacht in de Laag van Usselo en de top van het dekzand (Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel) (Finaal Paleolithicum tot Mesolithicum), die hier op een diepte vanaf circa 7 m –NAP liggen. Vindplaatsen uit het Laat-Neolithicum kunnen worden verwacht in de top van het Laagpakket van Wormer (Formatie van Naaldwijk) dat gelegen is op het pleistocene dekzand, op een diepte vanaf circa 3,50 m –NAP. Voor dit niveau geldt een middelhoge verwachting, indien het intact aanwezig is. In de onderzijde van het Hollandveen Laagpakket kunnen vindplaatsen uit de Bronstijd voorkomen, op een diepte tussen 3,00 en 3,50 m –NAP.In de bovenste niveaus en de top van het (intacte) Hollandveen kunnen tevens vindplaatsen uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd worden verwacht, op een diepte van circa 2,50 m –NAP. Voorwaarde hierbij is dat dit niveau nog intact is en niet is aangetast door mariene erosie of veenontginning (moernering). Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de omgeving van het onderzoeksgebied veelvuldig veen is ontgonnen en dat het veen tevens momenteel nog aan mariene erosie bloot staat. Voor het vanaf het maaiveld tot op het veen aanwezige Laagpakket van Walcheren geldt een lage verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de Vroege Middeleeuwen en een hoge verwachting voor de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Binnen of in de omgeving van het onderzoekgebied kunnen op basis van historische gegeven de resten van het verdronken gehucht Vinkenisse liggen, daterend uit de 12de eeuw. Uit luchtfotoanalyse blijkt dat in het onderzoeksgebied in elk geval sporen van het laatmiddeleeuwse landschap aanwezig zijn, die dateren tot aan de Allerheiligenvloed van 1570. Ook zijn duidelijk de bij ontginning van het veen afgegraven terreindelen herkenbaar. Tevens zijn er aanwijzingen dat in gebied gebouwresten aanwezig zijn, evenals resten van één of meer dijken. De luchtfotoanalyse uit de periode 2003-2017 laat zien dat in het gebied ca. 700 m ten westen van het onderzoeksgebied, met de aanleg van de strekdammen in 2002-2003 een geleidelijke sedimentatie heeft gekend. Hierdoor zijn de resten van het verdronken Valkenisse en het omliggende landschap vrijwel niet meer zichtbaar. In de omgeving van het onderzoeksgebied is in deze periode echter sprake van erosie, aangezien hier de sporen van het oude landschap steeds beter zichtbaar geworden zijn. Het bureauonderzoek heeft aangetoond dat binnen het onderzoeksgebied resten van het laatmiddeleeuwse cultuurlandschap (landgebruik en –inrichting en infrastructuur) tot aan 1570, aanwezig zijn en dat mogelijk gebouwresten, al dan niet behorend tot Vinkenisse, aanwezig kunnen zijn. Deze kunnen worden aangetroffen vanaf het oppervlak, in het Laagpakket van Walcheren tot op de top van het Hollandveen. Tevens zijn de sporen van grootschalige, systematische moernering van het veen aanwezig