SWECO ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 2243

De sporen en vondsten die tijdens het onderzoek zijn aangetroffen zijn afkomstig uit afzettingen van de Gantel. Deze getijdekreek is actief geweest vanaf de IJzertijd. Met name in de Romeinse tijd is veel op de oeverafzettingen hiervan gewoond. Enkele sporen en loopniveaus kunnen op basis van de stratigrafische ligging worden gedateerd in de Romeinse tijd, andere liggen hoger in het profiel en dateren vermoedelijk van (ver) na de Middeleeuwse overstromingen. Tijdens de begeleiding zijn greppels, ploegsporen, een oud maaiveld en paalkuilen uit de Romeinse tijd aangetroffen. De oriëntatie van de greppels komt overeen met vindplaatsen in de nabijheid, waarmee nogmaals is aangetoond dat er in de regio sprake was van een grootschalig verkavelingssysteem. Het oudste vondstmateriaal dateert uit de IJzertijd. Dit is gevonden in een oud maaiveld dat op basis van de Romeinse vondsten die er eveneens in zijn gedaan, en de bewoningsgeschiedenis van de regio wordt gedateerd in de Romeinse tijd. De beperkte hoeveelheid vondsten en het ontbreken van sporen en structuren die aan een nederzetting gerelateerd kunnen worden, leiden tot de conclusie dat ter plaatse van het plangebied sprake is van buitengebied van een nederzetting waar werd geakkerd en een greppelsysteem werd aangelegd. De scherven IJzertijdaardewerk kunnen op een vindplaats uit deze periode in de nabijheid duiden. Waar exact is niet bekend