Bureau voor Archeologie Rapport 647

Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoek uitgevoerd voor de realisatie van een zonnepark op enkele percelen tussen de Sternweg en de Gooiseweg in de gemeente Zeewolde. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4002. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied. Het plan voor het zonnepark bevindt zich in het stadium van haalbaarheidsonderzoek. De diepte van de bodemverstoring die ontstaat bij het plaatsen van de zonnepanelen is 50 cm onder maaiveld. Bij overige werkzaamheden (ondergrondse leidingen, omvormers) kan de verstoringsdiepte groter zijn. Het plangebied ligt in het archeologisch landschap 'Diepe droogmakerijen'. Het huidige oppervlak is de bodem van de voormalige Zuiderzee. De jongste Pleistocene afzettingen bestaan uit dekzand. Dit archeologisch niveau bevindt zich tussen -498 en -542 cm NAP (138 en 218 cm onder maaiveld). Hierop liggen Holocene afzettingen bestaande uit klei, veen en zand (Almere-, Zuiderzee- en IJsselmeerafzettingen). Op basis van de landschappelijke ligging worden twee archeologische niveaus onderscheiden: 1) de top van het Pleistoceen, met resten gerelateerd aan bewoning, economie, infrastructuur en religie van jagers, verzamelaars en vroege landbouwsamenlevingen, en 2) de top van het bodemprofiel met resten gerelateerd aan scheepvaart en resten van vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Bureau voor Archeologie adviseert om grondverstorende werkzaamheden tot maximaal 138 cm onder maaiveld (-498 cm NAP) vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Wel dient de uitvoerder van het grondwerk er op gewezen te worden dat sprake kan zijn van toevalsvondsten gerelateerd aan scheeps- en vliegtuigwrakken. Bij diepere bodemverstoringen bestaat de kans dat de top van het niet-verspoelde pleistocene oppervlak wordt verstoord. In dat geval wordt aanbevolen om de aard- en intactheid van dit oppervlak nader in kaart te brengen door middel van een verkennend archeologisch booronderzoek. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is nooit uit te sluiten dat archeologische resten worden aangetroffen op plaatsen en dieptes waar die niet worden verwacht. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2015. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Zeewolde