Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase

In opdracht van Sustay is in januari 2019 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Brahmslaan 80 te Leiden, gemeente Leiden. Uit het bureauonderzoek blijkt dat de bodemopbouw en de landschappelijke ontwikkeling van het plangebied nog niet bekend is. Er werden drie mogelijke situaties gegeven: het plangebied zou liggen op estuariumafzettingen met geulen en kreken; of het plangebied zou liggen op gedeeltelijk geërodeerde en afgedekte Oude duinen; of het plangebied zou ten zuiden van een grote restgeul van de Oude Rijn op de oeverwal of de komafzettingen van die geul liggen. De archeologische verwachting verscheelt per situatie. In de eerste situatie geldt een middelhoge archeologische verwachting voor de kreekruggen en oeverwallen van de kreken en geulen. Hierop zouden dan met name resten uit de IJzertijd en de Romeinse tijd worden verwacht. Voor de tweede situatie geldt een hoge archeologische verwachting voor de duinen, omdat deze vlak aan het maaiveld zullen hebben gelegen. Hierop worden resten uit het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd verwacht. In de laatste situatie geldt een lage archeologische verwachting voor het komgebied en de restgeul. Als er echter een oeverwal zou liggen, dan geldt een hoge archeologische verwachting voor de periode IJzertijd en Romeinse tijd. Voor alle drie de situaties geldt, dat er een ophoogpakket wordt verwacht van 1,5 tot 2,5 m dik. Omdat de bodemopbouw en de landschappelijke ontwikkeling van het plangebied niet bekend was, konden geen archeologische niveaus worden bepaald en kon ook geen verwachtte diepte van de bodemlagen worden gegeven. Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied zowel in een kwelder- of estuarium landschap heeft gelegen, als in een komgebied van de Oude Rijn. In een tussenfase heeft zich nog een pakket veen kunnen vormen. Tevens ligt er een crevassegeul door het plangebied. Vanwege de natte omstandigheden in het gebied, en de beschikbaarheid van hoger gelegen gebieden (strandwal en oude duinen) binnen 500 m, is het onwaarschijnlijk dat mensen binnen het plangebied zijn gaan wonen. Alleen het niveau van de brandlaag op de kwelder-/estuarium afzettingen is een indicatie dat mensen hier actief zijn geweest. Dit niveau is afgedekt met een veenlaag, waardoor archeologische resten intact aanwezig kunnen zijn. Voor dit niveau geldt daarom een middelhoge archeologische verwachting. Voor de andere niveaus binnen het plangebied is sprake van een lage archeologische verwachting Tijdens de geplande sloop en nieuwbouw binnen het plangebied, zal de bodem tot maximaal 0,75 m -mv worden verstoord. Omdat in het terrein een ophoogpakket aanwezig is van 1,9 tot 2,4 m dik, adviseert IDDS Archeologie om het plangebied, voor wat betreft het aspect archeologie, vrij te geven voor de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden