Nuclear g-factors of neutron rich 31-34 Al and 35 Si: probes for changing shell structure.

Aangezien er (nog) geen mathematische uitdrukking bestaat vo or de sterke kracht, probeert men deze te beschrijven aan de hand van mo dellen. Naar analogie met het atomair schillenmodel, werd enkele decenni a geleden het nucleaire schillenmodel uitgewerkt. De parameters van dit model werden gehaald uit kernfysische gegevens van de toen reeds onderzo chtte (voornamelijk stabiele) kernen. Dit model wordt het 'sta ndaard schillenmodel' genoemd. Sinds het ontstaan van dit model, zijn er ook veel kernen ver van de sta biliteitslijn en met extreme proton/neutron verhouding bestudeert. Kernfysische eigenschappen van bepaalde van deze 'exotische' kernen , kunnen echter niet verklaard worden door het standaard schillenmodel, waaronder bepaalde neutronrijke Z = 10-12 kernen, hierna gerefereerd als behorende tot het 'eiland van inversie'. Zelfs 30 jaar na de ontdekking van dit eiland, heeft men nog steeds niet de grenzen hiervan kunnen bepalen. Het doel van dit thesiswerk is om de ze grens langs Z te bepalen aan de hand van de metingen van nucleaire g- factoren van exotiche Al (Z=13) en Si (Z=14) isotopen, aan de hand van de Nucleaire Magnetische Resonantie techniek. Naast het optimaliseren van deze techniek, kwam men tot het besluit dat Z = 13 een duidelijk transitiegetal is van normale kernen (Z=14) naar st erk vervormde en niet door het standaard schillenmodel te verklaren kern en (Z=12). Deze gegevens zijn van cruciaal belang voor theoretische kern fysici om de bestaande modellen aan te passen, in de hoop een beter begr ip te krijgen van de sterke kracht.status: publishe