Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Maartensdijkseweg 1 te Bilthoven, gemeente De Bilt (UT). Laagland Archeologie Rapport 282

Laagland Archeologie heeft in samenwerking met ArcheoWest in maart 2019 een Bureauonderzoek en een Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Maartensdijkseweg 1 te Bilthoven. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de herinrichting van het terrein met, indien mogelijk, een waterpartij. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied zich in een zone bevindt waar dekzand aan de oppervlakte ligt en waar hoge zwarte enkeerdgronden zijn gekarteerd. Rondom liggen veldpodzolgronden. Uit oude kaarten blijkt dat het gebied na 1900 in gebruik is genomen als akkerland, daarvoor betrof het ‘woeste grond’. In de directe omgeving van het plangebied zijn nog geen archeologische vondsten bekend. De Maartensdijkseweg is een ontginningsas, die zijn oorsprong heeft in de late middeleeuwen. De archeologische verwachting is hoog voor de top van het dekzand en betreft de periode laat-paleolithicum – eerste helft nieuwe tijd. Er dient rekening te worden gehouden met een plaggendek, waardoor de bodem mogelijk intact is. Het verkennende booronderzoek had tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hieruit blijkt dat zich centraal in het plangebied een met grond opgevulde, laagte bevind. Niet duidelijk is of het een natuurlijke of gegraven laagte bevindt. Rondom liggen van oorsprong hogere gronden. Het hoogste deel ligt langs de oostrand van het terrein. De top van het zanddek, met een eventuele vondstlaag, is opgenomen in de bouwvoor. De trefkans op archeologische resten wordt voor het centrale deel van het plangebied laag geacht, maar hoog voor de oostrand van het terrein. Daartussen ligt een zone met een middelhoge verwachting. Voor de toekomstige plannen betekent dit dat in de zone met een lage verwachting geen bezwaar is tegen het aanleggen van een waterpartij. Langs de randen van het perceel wordt aanbevolen geen bodemverstorende activiteiten dieper dan 30 cm-mv uit te voeren. Wel kan hier grond worden opgebracht dat vrijkomt bij het graven van de waterpartij. Indien bij de nieuwe inrichting rekening wordt gehouden met de resultaten van onderhavig onderzoek, dan is een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk. De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente De Bilt. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, de Omgevingsdienst regio Utrecht. De opmerkingen van de Omgevingsdienstregio Utrecht zijn in dit rapport verwerkt