Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Munsterjansdijk, Rietmolen gemeente Berkelland (GD). Laagland Archeologie Rapport 208

Laagland Archeologie heeft in september 2018 een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Munsterjansdijk te Rietmolen. Het onderzoek vond plaats in verband met een bestemmingsplanprocedure vanwege het voornemen op het terrein een zonnepark te realiseren. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Hiertoe zijn een aantal onderzoeksvragen opgesteld (paragraaf 2.5). Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied een lage, middelhoge en hoge kans heeft op archeologische resten uit de periode laat-paleolithicum – vroege middeleeuwen. Het gebied was rond 1800 nog niet ontgonnen, waardoor de kans laag wordt geacht voor de periode nieuwe tijd tot en met de late middeleeuwen. Eventuele archeologische resten worden verwacht in de top of flank van een dekzandrug die centraal in het plangebied ligt. Grondsporen kunnen zich aftekenen direct onder de bouwvoor. De top van de dekzandrug is zeer waarschijnlijk aangetast door ploegwerkzaamheden waardoor eventuele archeologische lagen en indicatoren zullen zijn opgenomen in de bouwvoor. De flanken zullen naar verwachting minder zijn aangetast. Het verkennend booronderzoek is uitgevoerd om de bodemopbouw te bepalen en het verwachtingsmodel te verfijnen. Ook hiertoe zijn onderzoeksvragen opgesteld (paragraaf Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Uit het booronderzoek blijkt dat de bodem in grote delen van het plangebied tot in de C-horizont verploegd is. In enkele boringen is nog een BC-horizont aanwezig. In oorspronkelijk lagere delen zijn plaatselijk ijzerconcreties aanwezig. Het verkennende booronderzoek vond direct na de oogst van de mais en het omwoelen van de bodem plaats. Als gevolg van verplaatsing van de fijnste bodemdeeltjes door de wind waren steentjes en puinbrokjes bloot komen te liggen en aan het maaiveld zichtbaar. Bij het lopen tijdens verkennend booronderzoek is gezocht naar archeologische indicatoren aan de oppervlakte, maar deze zijn niet aangetroffen. Op basis van de resultaten van het verkennend booronderzoek en beperkte oppervlaktekartering wordt aanbevolen geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. De implementatie van dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Berkelland. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door de Omgevingsdienst Achterhoek en haar deskundige, mevr. A. Lugtigheid