Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek

Econsultancy heeft in opdracht van Tonnaer Adviseurs in omgevingsrecht op 11 en 12 juli 2011 een archeologisch bureauonderzoek en op 14 juli en 11 augustus 2011 een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) door middel van boringen uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de bouw van 11 woningen. Het betreft hier twee plangebieden die gelegen zijn aan de Bredeweg/De Kouwe Noord te Geffen in de gemeente Maasdonk. Het archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren. De archeologische verwachting voor het Laat-Paleolithicum tot de Middeleeuwen is voor beide plangebieden middelhoog. De verwachting vanaf de Middeleeuwen tot de Nieuwe tijd is voor beide plangebieden hoog. Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat in het westelijk plangebied de westelijke helft en de zuidelijke helft verstoord is. De verstoring gaat tot een diepte van maximaal 1.10 m. In het oostelijk plangebied is het bodemprofiel nog intact. Op basis van de waargenomen bodemverstoringen en de aanwezigheid van bebouwing op een deel van de nieuwbouwlocatie, kan worden geconcludeerd dat archeologische waarden voor het westelijk plangebied in de zuidelijke helft en de oostelijke helft niet meer in situ worden verwacht. Voor het overige gedeelte blijft de archeologische verwacht gehandhaafd. In het oostelijk plangebied zijn geen bodemverstoringen, waardoor de archeologische verwachting voor het hele oostelijk plangebied gehandhaafd blijft. Westelijk plangebied: Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om het westelijk plangebied gedeeltelijk vrij te geven. De bodem is in de zuidelijke helft en de westelijke helft dusdanig verstoord, dat er geen archeologische resten meer in situ worden verwacht. Dit gedeelte kan daarom vrij worden gegeven voor verdere ontwikkeling. Omdat de geplande bodemingrepen zich ook in het onverstoorde gedeelte bevinden, wordt voor het overige, onverstoorde gedeelte van dit plangebied, een archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden ten behoeve van de bouw van de woning geadviseerd. Oostelijk plangebied: Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om het oostelijk plangebied een dubbelbestemming te geven. Het centrale deel van het oostelijk plangebied wordt niet bebouwd en zal daarom een landbouwbestemming krijgen. Voor het overige deel van het oostelijk plangebied adviseert Econsultancy om het gebied nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase, proefsleuven (IVO-P)