Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

In opdracht van de gemeente Purmerend heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Nieuwstraat 22-38 in Purmerend (gemeente Purmerend). In het plangebied zal ten behoeve van de bouw van een parkeergarage een bodemsanering uitgevoerd worden. Het gebouw zal gefundeerd worden met heipalen. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. In het voor dit plangebied uitgevoerde bureauonderzoek werden archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd direct onder het maaiveld verwacht. Deze resten zullen uit funderingsresten van de oude bebouwing bestaan. Op een dieper niveau kunnen agrarische sporen van de ontginning van het veenlandschap, waarschijnlijk in de (Vroege) Middeleeuwen, in het plangebied aanwezig zijn. Een ander potentieel archeologisch niveau werd op een diepte van ongeveer 18 meter onder het maaiveld verwacht. De mogelijke archeologische resten, die uit het Laat-Paleolithicum tot het Neolithicum zullen dateren, bevinden zich echter dermate diep dat deze niet verstoord zullen worden door de sanering en graafwerkzaamheden. Deze mogelijke resten zullen in beperkte mate door de heiwerkzaamheden verstoord worden. De diepe ondergrond van het plangebied bestaat uit Hollandveen van de Formatie van Nieuwkoop. Dit wordt afgedekt door een heterogeen pakket van klei en veen van het Hollandveen Laagpakket. Het heterogene pakket is ontstaan door de omwerking en vergraving van de oorspronkelijke bodem. Daarboven is tot op een diepte van ongeveer 130 cm onder het maaiveld een ophogingpakket aangetroffen dat uit de Late Middeleeuwen tot de Nieuwe Tijd kan stammen. De archeologische resten die in dit pakket zijn aangetroffen bestaan uit baksteen -en puinresten. Op de locatie van boring 3 zijn mogelijk funderingsresten op een diepte van ongeveer 130 cm onder het maaiveld aangetroffen. ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied tijdens de aanleg van de parkeergarage en het afgraven van de grond ten behoeve van de sanering in een archeologische begeleiding te voorzien. Omdat op voorhand niet duidelijk is of tijdens de werkzaamheden archeologische sporen zullen worden aangetroffen zou gekozen kunnen worden voor een archeologische begeleiding conform het protocol proefsleuven (IVO-P). Dit betekent dat indien bij de civiele werkzaamheden toch vondsten of archeologische sporen worden aangetroffen, deze worden geregistreerd en, voor zover de werkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Dit PvE is al opgesteld. Het verdient verder de aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg